Leven in lockdown XXIV: Nieuw leven

Leven in lockdown XXIV: Nieuw leven

“Snel, de eieren komen uit!”
Mijn zoon. Fervent meerkoetenliefhebber. Het nest van zeven eieren onderaan het slaapkamerraam van de buurvrouw twee woonboten verderop staat op uitbreken. Ik gris mijn camera mee en haast me naar buiten.
Daar staat inmiddels de halve kade – netjes per huisnummer op afstand van elkaar gegroepeerd – vertederd te wijzen en geluidjes te maken.
“Oooh! Aaah!”
Sommigen hebben er een stoel bij gepakt.
Het spektakel doet me denken aan hoe het er in vroeger eeuwen aan toeging bij bevallingen op Europese koninklijke hoven. Zo’n kraamkamer stond vol met toeschouwers terwijl die arme koningin daar lag te persen. Marie Antoinette schijnt zelfs bijna te zijn bezweken onder het grote aantal babyspotters.
Intussen zijn al drie kuikentjes uit hun eieren gebroken. Wat een lelijkerds, vooral als je ze vergelijkt met ‘onze’ eendenpulletjes. Een kaal rozerood kopje met daarover een sliert haar geplakt, als bij een oude man die zijn allerlaatste lok zo breed mogelijk uitsmeert over zijn hoofdhuid.
Die plaksliert verandert onderaan kop en kin in een 360° bestrijkende felgele wildgroei, uitlopend bovenop de snavel in een oranje stekelsnor. De rest van het lijf is afgekeurd bleekzwart dons. Als je zoiets ’s nachts tegenkomt in formaat XXL schrik je je te pletter.
“Lief!’ zwijmelt de zwangere kadebuurvrouw, haar handen op haar buik.
“Zoet!” kirt de trotse gastvrouw.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(Deze foto is van vijf dagen later, de koetjes zijn hier al wat toonbaarder)

Leven in lockdown XXIII: De lockdownvrijmibo

Leven in lockdown XXIII: De lockdownvrijmibo



Ze staat al te wachten bovenaan de buitentrap naar haar etage. Stoel in de ene hand, wijnglas in de andere. We hebben een nieuwe traditie in de maak: de lockdownvrijmibo. Ik kom langs met een fles rosé en een eigen glas plus twee bakjes zoutjes, opdat we ook aan social distance snacking kunnen doen.
Zij heeft de buitenboel een voorzorgssopje gegeven en reikt mij een kussen aan, om me te settelen op veilige afstand halverwege de trap.
Vandaag draagt ze voor het eerst geen joggingbroek, maar een jeans met eronder knappe Uggs sloffen. Ze heeft er zin in. Het is een uitje thuis: “We zitten hier vorstelijk, zo op het bordes. Ik voel me net de koningin.”
“Met mij aan je voeten.”
Ze lacht. Ze heeft een goede dag vandaag, zegt ze. Ondanks zorgen om haar gezondheid én het virus. Straks brengt de buurman weer eten.
Een fijn buurtje, constateren we, hartje binnenstad. Niks anoniem en individualistisch. Nu eens hangt er een bos bloemen aan haar deurknop, dan weer ligt er een lieve kaart op haar deurmat en ze hoeft maar te kikken of haar boodschappen worden gehaald.
En vanmorgen nog stond de halve straat samen op afstand vertederd te kijken naar de uitkomende meerkoeteieren.
Ineens bezorgd: “Zal in september ons kadefeest wel kunnen doorgaan?”

Dit is de vierde column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere columns vind je hier, hier en hier.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(Foto: straattekening op de stoep voor het huis van mijn buurvrouw)

Leven in lockdown XXII: Z’n nieuwe gangetje

Leven in lockdown XXII: Z’n nieuwe gangetje

“Hoe gaat-ie?”
“Z’n nieuwe gangetje. Bij jou?”
“Hier ook. Ik zie tegenwoordig alleen als een berg op tegen boodschappen doen.”
“Ik voelde zoveel stress in de supermarkt dat ik volledig ben overgestapt op Het Nieuwe Shoppen.”
“Eh…?”
“Ik bestel en betaal al mijn boodschappen online bij kleine lokale aanbieders. Ik heb een schema waar ik op welk timeslot op welke dag wat moet ophalen, of wanneer ik juist thuis moet zijn voor de bezorging. Een heel gepuzzel.”
“Hoezo?”
“Op vrijdag haal ik in de Jordaan vis rechtstreeks van de Urker vissersboot, op dinsdag heb ik een timeslot voor brood bij de zuurdesembakker in West, op zaterdag komt de wijnman uit Oost met z’n elektrische wijnfiets thuisbezorgen. De vers gebrande koffiebonen haal ik op maandag in het centrum, op donderdag groentes bij buurtboerderij West, Duitse bieren uit de Weteringbuurt doe ik op woensdag en de drive through voor vrouwenbrouwsels in de Houthavens is op zondag.”
“Daar heb je een dagtaak aan.”
“Al had ik nu werk, ik zou er niet eens aan toekomen…”
“Is het ook niet vreselijk duur?”
“Schreeuwend. Want ik betaal overal een eerlijke prijs. Met liefde, hoor. Net als ik doe aan alle kleine horeca die ik ook nog overeind hou met bestellingen.”
“Ineens klinkt mijn supermarktgang een stuk minder stressvol.”
“Shit, m’n timeslot!”

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

De Nieuwe Boodschappers op @Instagram:
@cafebrecht
@woordvis
@bambino_bar
@rumbaba33
@levainetlevin
@restaurant_as
@markvandewijn
@gebrouwendoorvrouwen

Leven in lockdown XXI: Rebel

Leven in lockdown XXI: Rebel

Schichtig kijkt hij om zich heen. Wacht, daar komt iemand langsgefietst. Als hij niet aan de overkant van het water stond, zou ik het onschuldige deuntje kunnen horen dat hij nu fluit zolang de fietser niet voorbij is.
Wat is hij in vredesnaam van plan?
In de zeventig schat ik hem. Artistiek verlopen type, vettig lang grijs haar, te jeugdige zonnebril – mogelijk uit de tijd dat hijzelf tot de jeugd behoorde.
Ik heb hem hier nog nooit gezien. Maar het kan ook zijn dat hij me in alle eerdere drukte nooit is opgevallen.
Zodra de fietser gepasseerd is, diept hij uit de tas van zijn eigen fiets een verfspuitbus op. Weer wordt de omgeving gescand, voordat hij ermee aanvalt op een aan het elektriciteitshuisje geplakt reclameaffiche voor hyperluxe e-bikes.
Er komt nog een fietser langs. Hij staakt zijn activiteiten, trapt wat met de punt van zijn schoen tegen een denkbeeldig steentje en hervat het spuitwerk zodra de kust vrij is. Dit herhaalt zich een paar keer met kleine variaties.
Een oudere kwajongen? Of een man met een boodschap tegen consumentisme?
De volgende morgen loop ik nieuwsgierig naar de overkant om te zien wat er op het affiche is gespoten.
Ik hou het op een gat in één van de fietsbanden waaruit nu een wolk lucht ontsnapt.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XX: De Nieuwe Waterorde

Leven in lockdown XX: De Nieuwe Waterorde

Sinds het vaarwater in handen is van de watervogels is het een wilde boel rondom ons vlot. En dan bedoel ik ook echt wild. Met het grotendeels wegvallen van de beroeps- en pleziervaart is de bestaande pikorde verstoord. En daarom pogen de meeuwen, futen, aalscholvers, zwanen, reigers, nijlganzen, meerkoeten, eenden en de steeds verder vanuit West oprukkende groene halsbandparkieten dat evenwicht te herstellen. Hoe voorspelbaar, dat dit gebeurt door elkaar de Nieuwe Waterorde uit te vechten.
Het is niet alleen een strijd der verschillende titanengroepen, ook binnen de soorten zelf heerst angst en geweld. Hoewel de eerlijkheid mij gebiedt te zeggen dat dit verschijnsel helaas van alle tijden is.
Als ik ooggetuige ben van hoe twee woerden tegelijk ‘mijn’ moedereend voor de ogen van haar inmiddels tot Kwik, Kwek en Kwak uitgedunde nazaten bruut verkrachten, ga ik bijna terugverlangen naar reddingssloepen vol pissende corpsballen.
Toch is het niet alleen maar Wild West op het water. Sinds een paar dagen vliegt er een vrolijk twitterend koolmeesje onder de markies door naar de dakgoot van onze woonboot. Als ik mij niet vergis, groeit in die luwte nieuw geluk. Dat dat ten koste gaat van diezelfde goot plus de flora op het vlot, waaruit flink wordt geshopt voor de inrichting, tsja.
Een klein offer voor nieuw leven.

Wordt vervolgd…

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XIX: Weer van ons

Leven in lockdown XIX: Weer van ons

Ook al is het een zachte lenteavond, de stad lijkt bevroren. Bevroren in de tijd. Alsof ze haar adem inhoudt sinds de allereerste avond van de intelligente lockdown.
Affiches op muren en abri’s reppen enthousiast van geplande concerten die nooit hebben plaatsgevonden, van tentoonstellingen die niet zijn geopend, openingen die niet zijn doorgegaan. Ze tonen data uit een niet-plaatsgevonden verleden.
De stad lijkt inderhaast verlaten, de auto’s achtergelaten op parkeerplaatsen waar de meesten niet meer vanaf zijn gekomen; de mode-etalages gevuld met onverkochte collecties vol in de kiem gesmoorde verlangens naar zwoele zomeravonden op levendige terrassen en stadsstranden.
Maar het meest in het oog springend is de afwezigheid van de kleurige huurfiets, hét exclusieve domein van de toerist. Keer minimaal tien. Van groepen uitgelaten vakantievierders wier fietservaring beperkt bleef tot een driewieler-met-stang in de kleutertijd, maar die zich desondanks al slingerend aan de verkeerde kant van de straat head first in het chaotische Amsterdamse verkeer stortten.
Volledig weggevaagd zijn ze uit het stadsbeeld. Alsof de media nooit hebben volgestaan met alarmerende reportages over overtoerisme en hoe deze gruwel in te tomen.
“De stad is weer van ons” staat er met watervaste stift gekalkt op de schutting van een bouwplaats langs de gracht.
Ja, de stad is weer van ons.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XVIII: De verveling

Leven in lockdown XVIII: De verveling

“Ik verveel me.”
Het is niet mijn dochter die dit zegt. Ook al verveelt zij zich dezer dagen regelmatig, om de online lessen heen.
Het is de man in huis die zich in huis verveelt. Type dóórwerker. Zo één die op vakantie ook nog elke dag aan de telefoon hangt met klant zus en opdrachtgever zo. Die in het weekend toch altijd nog even dit moet nakijken en dat moet voorbereiden.
Maar nu verveelt hij zich. Niet door de week. Dan gaat het werk keihard door. Extra tandje erbij. Maar het weekend thuis ligt in deze tijden als een angstig lege stad voor hem uitgespreid.
Hij kan natuurlijk het vlot gaan repareren, de buitenboel in de lak zetten, het dak schoonmaken. En dat doet hij ook. Maar daarna weer die lege stad. Normaal leiden de sociale weekendactiviteiten hem even succesvol af van de gedachte aan werk. Maar nu geen ochtendwandelingen naar ons favoriete koffietentje, geen restaurantbezoeken, geen filmpje pakken in de buurtbios, geen familiebezoek, concert of verjaardagsborrel.
Hij moet zichzelf zien te vermaken. Of ons, natuurlijk.
“Ik vervéél me.”
Vanuit de hangmat waarin ik het monsterlijk dikke derde deel van Hilary Mantels Cromwell-trilogie lig te lezen, kijk ik glimlachend naar hem op.
“Fijn, hè?”
Hij, nadenkend: “Ja.”

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XVII: Leermoment

Leven in lockdown XVII: Leermoment

Krijg ik net een uitbrander, omdat ik zat te praten tijdens de les. Niet mijn les, maar de online les van mijn dochter, aan de andere kant van de deur. Het was dan ook niet de lerares, maar zíj die mij een verbale corrigerende tik uitdeelde.
Vandaag weer een oefening in stilte, acht volle lesuren lang.
‘Zen’, hoor ik sommigen al zeggen. Dit is niet alleen een lesuur voor haar, maar ook een leermoment voor jezelf. Een cadeau! Hoeveel mensen gaan niet voor heel veel geld op stilteretraite? Je komt er als een ander mens weer uit, herboren. En dat gratis en voor niks.
Blablabla.
“Sssttt!”
Vaak zie ik echt wel de positieve kanten in van deze ‘bezinningstijd’. Van wat veel mensen onze ‘saving grace’ noemen. Ja, ook ik hoor de vogeltjes de laatste weken luid en duidelijk kwetteren, ook ik geniet van de stilte – afgezien van het feit dat aan de andere kant van het water de auto’s, motoren en vrachtwagens weer als vanouds langs razen.  
En ik wéét hoe zwaar zoveel andere mensen het hebben, hetzij ziek of ziekenverzorgend. Hetzij dak- of werkeloos. Oud, bang en eenzaam, nu zelfs de thuiszorg vaak niet meer langskomt.
Ik mag niet klagen. Ik mag niet klagen. Ik mag niet klagen.
Wanneer is het pauze?

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XVI: De orde van de dag

Leven in lockdown XVI: De orde van de dag

“Waar hadden we het hiervóór dan eigenlijk altijd over?”
Ook op het geïmproviseerde terras langs de gracht waar ik mijn avondommetje maak, wordt het gesprek van de anderhalvemeterborrelaars beheerst door de meest recente cijfers, de nieuwste inzichten die inmiddels ook alweer aan herziening toe zijn, de samenzweringstheorieën, de ‘gevallen’ in de eigen omgeving, hoe Rutte het doet, hoe heerlijk het is zonder al die vliegtuigen boven de stad, hoe schoon de lucht is, hoe druk het toch alweer op straat is, hoelang de intelligente lockdown nog zal duren…
“Ik weet het niet. Ik graaf in mijn hersenen, maar er schiet me niks te binnen.”
“De toestand in de wereld? Hooguit over die jokerpresident die met de dag gestoorder wordt. Waarna we vervolgens overgingen tot de orde van de dag.”
“Maar dat is het juist: wat was die orde van de dag?”
“Waar we naartoe zouden vliegen op vakantie? Wat we hadden gegeten? Wat en waar we gíngen eten? Dat die gehypete Netflix-serie zo tegenviel? Hoe overweldigend het concert van Beyoncé was?”
“Zo oppervlakkig kunnen we toch niet zijn geweest?”
Ongemakkelijke stilte.
“Wel?”
Gestaar op de smartphones.
“Ik lees net op een nieuwsapp dat een vaccin nu niet lang meer op zich laat wachten.”
“Yes! Kunnen we weer over tot de orde van de dag.”

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XV: Mondkapje ja/nee

Vriendin A., fervent China-ganger, draagt een zelfgemaakte bij het boodschappen doen.
Vriendin B. is tegen.
Vriendin A. wijst naar Taiwan, waar slechts zes sterfgevallen en 395 besmettingen zijn*.
Vriendin B. heeft het over schijnveiligheid, over dat je elk uur een schone zou moeten omdoen, iedereen met verschijnselen moet binnenblijven en je landen niet onderling kunt vergelijken.
Ooit viel mij, voor het eerst in Hongkong, de hoeveelheid mondkapjes in de metro op. Hebben Hongkongers soms smetvrees, vroeg ik me af. Niet onlogisch, iedereen leeft er zo dicht op elkaar, je hebt snel iets opgelopen van een ander.
Ik vroeg het een Hongkongse. Mondkapjesdragers zijn niet bang iets te krijgen, maar te géven, corrigeerde ze mijn denken. We dragen ze als we verkouden zijn en toch naar buiten moeten. Zo belasten we anderen niet met onze ziektekiemen.
Discussies hier beperken zich tot het effect voor de drager. De westerse focus ligt immers bij het eigen ‘ik’. Wij doen iets voor een ander, mits we er ook zelf beter van worden. ‘Win-win’ is onze mantra. En daarom: geen mondkapjes.
Het paradoxale is alleen dat Aziaten het mondkapje weliswaar dragen om de ander te ontzien, maar daar zelf ook van profiteren, juist omdat die ander hetzelfde doet voor hen.
Over win-win gesproken. Of noem het yin-yang.

In de succesvolle aanpak van Taiwan is het niet of-of, maar en-en: én testen én opsporen én isoleren én mondkapjes.
Medische mondkapjes zijn uiteraard voor de ziekenhuizen en zorginstellingen. Op Social Media circuleren posts die tonen hoe je – zelfs zonder te naaien – eenvoudig zelf een mondkapje kunt maken. Bijvoorbeeld van een Hollandse boerenzakdoek en twee haarelastiekjes.


Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(De foto maakte ik overigens in de metro van Tokio)

* cijfers van 15 april 2020

Leven in lockdown XIV: De ansichtkaart

Leven in lockdown XIV: De ansichtkaart

“Goed”, zegt ze als ik haar aan de telefoon vraag hoe het gaat. “Wel saai. Elke ochtend zie ik weer zo’n lange lege dag voor me.”
Ze herpakt zich snel. “Weet je wat er gisteren gebeurde? Ongelofelijk!”
Er werd bij haar aan de deur gebeld, vertelt ze. Toen ze opendeed, stond op gepaste afstand een postbode die zei een verdrietige mededeling te hebben.
Ik schrik, waarom doet ze zomaar de deur open? Ook in deze tijden proberen snoodaards het huis van een alleenstaande oude vrouw binnen te dringen met een zielig verhaal.
“Ze moest een ansichtkaart bij mij bezorgen, maar ineens waaide hij uit haar handen.”
Raar verhaal, denk ik. Was het wel de echte postbode? Zo meteen maar even waarschuwen dat ze nooit klakkeloos moet opendoen.
“De kaart kwam terecht in het water naast jouw woonboot. Ze heeft nog geprobeerd hem eruit te vissen, maar hij was al weggedreven. Ze voelde zich zo schuldig dat ze het me zelf wilde komen vertellen.”
O.
“Lief, hè?”
“Ja, maar toch -” Ik aarzel. “Ja, heel lief.”
“Het ergste is dat ik nu niet weet wie ik moet bedanken voor die kaart.”
Dat is inderdaad erg jammer, vind ik ook.
“Zo, dat was mijn grote avontuur van de dag. Jij nog iets meegemaakt?”
Nee, hier kan ik met geen mogelijkheid overheen.

Dit is de derde column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere columns vind je hier en hier.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XIII: Het leugenbankje

Leven in lockdown XIII: Het leugenbankje

In ons dorp stond er geen, maar boven de rivier had je een gehucht met een leugenbankje. Een houten bank op het dorpsplein dat nauwelijks die naam mocht dragen. Bij mooi weer schoolde er een rijtje kletsende oude mannen op samen.
Waarom het ‘leugenbankje’ heet, vroeg ik eens. Omdat ze allemaal zitten op te scheppen over hun vroegere belevenissen en die nogal aandikken, wist mijn broer.
Later zou ik ontdekken dat in zuidelijke landen, waar het weer nu eenmaal wat toeschietelijker is dan hier, een leugenbankje een vaste waarde is in elk dorp, hoe klein ook. Oudjes die hun hele leven zoveel hebben betekend voor het dorpsleven slijten er hun laatste dagen, als royalty waarlangs de jeugdige onderdanen schrijden met een groet, een grap, een kort praatje.
In gedachten loop ik langs de leugenbankjes die ik in mijn leven zag. Altijd vol keuvelende oude mannen, maar ook vrouwen. Hoe heerlijk moet het zijn om de vrienden en vriendinnen die je je leven lang hebt gekend, hier tegen te komen. Om de dag samen door te nemen, ook al bestaat die uit niet veel meer dan heen en terug schuifelen naar het bankje.
En ik denk aan al die leugenbankjes die nu in Italië, Spanje, Frankrijk en zoveel andere landen griezelig leeg blijven.

Deze week overleed de Amerikaanse singer-songwriter John Prine (73) aan de gevolgen van het coronavirus. Hij was bekend van o.a. Hello in there, het lied over lief zijn voor oude mensen dat vorige week door Joan Baez in een Instagram-post hartverscheurend mooi werd gezongen voor de toen al zieke Prine.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(De foto is genomen op Sardinië)

Leven in lockdown XII: Eentje dan

Leven in lockdown XII: Eentje dan

Het héle elftal? Nadat moeder en haar nageslacht de horizon tegemoet zijn gezwommen, blijkt het nest nog niet leeg. Eén ei is niet open gegaan, wat onmiddellijk leidt tot een tweerichtingenstrijd op de woonboot.
Richting één wil de dierenambulance inschakelen, een hittelamp erop zetten, zelf erop gaan zitten, of toch op zijn minst een warme sok eromheen doen.
Richting twee wil de natuur haar gang laten gaan. Eenden leggen niet voor niks twaalf eieren, luidt het argument. Nog vóór het einde van deze eerste dag zullen er van die twaalf sowieso al een paar zijn opgeslokt door reigers, snoeken en/of ratten. Bovendien is de kans nihil dat het door mensenhanden beroerde ei nog door moeder zal worden geaccepteerd. Hart versus ratio.
De ratio wint.
’s Avonds zwemt ma met haar nog altijd voltallige elftal (!) gedecideerd richting vlot. Ze vliegt op en gaat onverstoorbaar op het verloren ei zitten. De achtergelaten kleintjes schieten onmiddellijk stuurloos alle kanten op. Een reiger cirkelt boven de gracht.
De natuur zijn gang laten gaan: best. Maar elf zwemmende snaveltjes in de steek laten om je moederinstinct op één kansloos ei te gaan botvieren?
Mama wordt terug naar haar elfjes gedirigeerd, het achtergebleven ei geruisloos verwijderd.
De volgende dag is de achter moeder aan slingerende keten ingekort tot de helft.

Wordt vervolgd…

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown XI: Een heel elftal

Leven in lockdown XI: Een heel elftal

Dit weekend is ze uitgerekend. Onze vloteend, die al weken samen met ons in intelligente lockdown zit. Hoewel zij en haar lover nog elke dag vrolijk ‘s avonds laat de hort op gaan, de eieren onder het zelf gefröbelde donzen dekbedje moederziel alleen achterlatend.
Waar de twee zo laat naartoe vertrekken? Ik stel me graag voor dat ze even ergens gaan eten, intussen de dag doornemend:
“Wat heb jij gedaan?”
“Op de eieren gezeten.”
Zoals wijzelf ook ’s avonds laat een wandeling over de verlaten grachten maken om bij te praten.
“Wat heb jij gedaan?”
“Duitse naamvallen.”
Zaterdagochtend bij het opstaan is ze geprikkeld en extreem alert. Waarom, wordt duidelijk als het eerste brutale kopje onder haar gevederde bomberjack uit piept. Gevolgd door nog één. En nog één. De aanvankelijke angstige houding van het groeiend aantal gesnavelde donsballetjes maakt al snel plaats voor nieuwsgierigheid. Moeder heeft steeds meer moeite de muitende meute onder haar vleugels te houden. Maar ze wacht tot alle eieren gebroken zijn.
De eerstelingen wagen zich al ketend steeds verder van mama vandaan, de springplank op die speciaal voor hen werd aangelegd na hartverscheurende lessen uit het verleden.
Dan rijst de moederkloek op uit de plantenbak om als eerste in het water te springen, blindelings gevolgd door het hele juniorenelftal.
Klaar voor het leven.

Wordt vervolgd…

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven in lockdown X: Nachtrestaurant

Leven in lockdown X: Nachtrestaurant

Zo’n sleetse eetbar waar je onder de gordijnstroken door moet bukken om binnen te gaan. Niet veel meer dan een keukentje met een U-vormige houten bar die om chef Masta (Master) heen lijkt te zijn gebouwd.
Plaats van handeling: Tokio.
‘Nachtrestaurant’ is open van middernacht tot zeven uur ’s ochtends. Vandaar de kleurige klantenkring – van pornosterren tot politieagenten, travestieten, gokkers, prostituees, eenzamen en slapelozen.
Op het menu één gerecht: misosoep met varkensvlees. Maar Masta maakt alles wat zijn klanten vragen, mits hij de ingrediënten in huis heeft. Het bier, de sake en shochu vloeien intussen rijkelijk. Net als de verhalen.
Elke aflevering van de Netflix-serie Midnight Diner: Tokyo Stories is opgedragen aan één gerecht: corndog, rijstomelet, tofu met eieren, varkenskotelet, oudejaarsavondnoedels… Met als toegift de stap-voor-stapbereiding ervan.
Sinds de semi-lockdown pijnig ik mijzelf met het kijken naar de avonturen in deze eetbar. Ik wil er het gemis aan uit eten gaan mee verdrijven, maar het omgekeerde gebeurt. Door de manier waarop de klanten genieten van het à la minute bereide eten, het samenzijn, de roddels, de hartverscheurende verhalen en de troost die eten biedt, verlang ik alleen maar meer naar zo’n ‘place where everybody knows your name, and they’re always glad you came’.
Cheers, Friends, Seinfeld: niet voor niks spelen heel wat legendarische series zich af rondom een (eet)bar.

Midnight Diner: Tokyo Stories en Friends zijn te bekijken op Netflix. Nu Seinfeld en Cheers nog.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(foto genomen in een nachtrestaurant in Tokio, 2012)