We moeten hier weg XX: Of toch niet?

We moeten hier weg XX: Of toch niet?

Naar goed gemeentelijk gebruik, moeten wij als eerste betrokkenen telkens het laatste nieuws over de vernieuwing van onze in zorgelijke staat verkerende kade en de daarbij behorende tijdelijke verplaatsing van onze woonboten uit de krant vernemen.
Het is namelijk inmiddels al heel lang stil van de kant van onze gemeentelijke projectleider.
Nummer vier intussen, als ik me niet vertel.
Het laatste wat wij hoorden, of liever lazen, was een vluchtig mailtje deze zomer. Daarin stond dat we de beloofde verplaatsingsvergoedingen op onze buik konden schrijven (maar dan in ambtenarentaal) en dat er een nieuw plan in de maak was, waarbij hoogst onzeker was of de door de gemeente aangewezen tijdelijke ligplaatsen nog wel beschikbaar zouden zijn. 
Oftewel: wij en onze buren waren volledig terug bij af.
Opnieuw onzekerheid alom.
Bij navraag kregen we nog te lezen dat de planning van ergens in 2023 – op zichzelf al een verschuiving van het project met ruim anderhalf jaar – nu verlegd was naar eind Q2 25.
In gewoon Nederlands: rond de maand juni in 2025.
Waarheen? Waarvoor? Geen idee…
Maar als ik vandaag Het Parool opensla, kantelt mijn toekomstbeeld opnieuw.
Begrijp ik verkeerswethouder Melanie van der Horst goed, dan vormt onze kade nog altijd een herstelprioriteit, maar zal het misschien niet eens meer tot een tijdelijke verplaatsing van onze woningen komen.
Veranderde inzichten dicteren nu namelijk: hier en daar een pleistertje en een kusje erop. En klaar!
Eh… hoera?
De reden is dat de kades die eerst als extreem instortgevaarlijk werden aangemerkt volgens de zoveelste nieuwe kostbare berekeningen ineens nog minimaal dertig jaar mee blijken te kunnen. Alle vuistdikke scheuren en verzakkingen ten spijt.
Het doet me denken aan wat expats altijd over de praktijken van Nederlandse huisartsen zeggen: ‘Neem een paracetamolletje en kom over twee weken nog maar eens terug.’
In dit geval over dertig jaar.
Komt het de gemeente financieel even goed uit om de boel opnieuw dertig jaar voor zich uit te kunnen schuiven?
Een en ander wordt ingekleed met het aantrekkelijk klinkende argument van minder overlast voor het kade- en brugverkeer. Over de zorgen en onzekerheden van de betrokken bewoners naar goed gemeentelijk gebruik wederom geen woord.
Noch over de erfenis waarmee deze gemeente de volgende generaties opzadelt.
We zullen te zijner tijd wel weer in de krant lezen of dit inderdaad de laatste aflevering zal blijken in deze langlopende Amsterdamse kadesoap.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2023

Aan de overkant: Bermtoerisme

Aan de overkant: Bermtoerisme

‘Bermtoerisme!’
C. wijst naar de overkant. Het is zondag, einde middag. Een mooie zomerse dag. 
Bermtoerisme. C.’s opmerking brengt me terug naar mijn jeugd. Op een stralende zomerdag met de auto een eindje gaan rijden met ons gezin. Een kan koffie en boterhammen met kaas mee. Plaid en klapstoelen in de achterbak. En dan ergens tussen pakweg Raamsdonksveer en Waalwijk langs de weg de auto in de berm zetten, stoelen eruit, plaid op de grond voor de kinderen, en lunchen. 
Ook al heette dat toen nog geen “lunchen” bij ons. Nooit gedaan ook.
Middageten. 
Pal langs de weg.
De berm stond vol klaprozen, korenbloemen, honingbloemen en madeliefjes. Terwijl ik en mijn zus een ketting regen van die laatste schonk mijn moeder voor haar en mijn vader koffie in plastic mokken – de klapstoelen naast de openstaande achterklep gericht op de autoweg. 
Na zo’n half uurtje reden we weer verder, om de zoveel kilometer een ander recreërend gezin passerend.
‘Bermtoerisme!’
Aan de overkant onder de plataan zit een gezin op klapstoelen tussen het fietspad en de met klaprozen en Mexicaanse margrietjes begroeide kade. Vader (T-shirt, korte broek) geeft de tas met eten door aan moeder (hoofddoek, lang gewaad). De oudste zoon, begin twintig, in zwart trainingspak heeft het statief opgezet en tuurt door de lens van zijn camera. De jongste in een identiek trainingspak in blauw-groen wordt met handgebaren gemaand binnen het fotokader te gaan staan.
De camera klikt. En nog eens.
Terwijl de koffie van hand tot hand gaat, verplaatst zoon 1 het statief. Hij dirigeert de familie naast elkaar op een rijtje, zoon 2 in het midden. Even lachen naar de camera. Zoon 2 helt licht voorover, alsof hij als eerste bij de finish wil zijn.
Na zo’n half uur bergt de familie het eten op en klapt de stoelen in.
Niet veel later rijdt hun grijze Mercedes met Duits kentekenbord de Amsterdamse parkeerplaats af, de straat op.
Een mooie zomerdag.

Tekst en beeld: © Marjan Ippel, 2023

Marjan Ippel is (Always) Talkin’ Food

Marjan Ippel is (Always) Talkin’ Food

Schrijven is mijn grote liefde. Dat begon al vroeg op de basisschool en dat is nooit veranderd. Of ik nu schrijf voor mijn eigen Substack-pagina Always Talkin’ Food, voor deze website of voor een van mijn freelance opdrachtgevers; of ik nu bezig ben aan een boek of een column: schrijven is wat mij drijft.
Over eten. Altijd. Maar dat niet alleen.
Op deze website passeren ook andere onderwerpen de revue. Toch zal eten er altijd wel weer ergens insluipen. Ik ben en blijf immers (Always) Talkin’ Food. In vrij werk, zowel als in opdracht.
Over die laatste categorie gesproken: u weet me te vinden!