Het jaar in lockdown II: Sanitizer

Het jaar in lockdown II: Sanitizer

[Vrouw 1 met mondkapje pint bij de geldmaat in de supermarkt. Achter haar staat een man met mondkapje en een grote spuitfles hand sanitizer in de hand]
Man: ‘Zou je je handen niet ff schoonmaken, schat?’
Vrouw 1 [reageert overvallen door de haar onbekende man]: ‘Eh…?’
Man: ‘Da’s een enorme besmettingshaard, hoor, zo’n toetsenbord. Of ben jij soms Willem Engel? Nee toch, hoop ik?’
Vrouw 1: ‘Nee, nee! [aarzelt] Doe dan maar.’
[Man spuit sanitizer op de handen van vrouw 1. Vrouw 2 komt vanaf de kassa aangelopen, geen mondkapje]
Vrouw 2: ‘Hé hallo, ik wist niet dat jullie elkaar kennen?’
Man: ‘Doen we ook niet. Ik doe alleen mijn burgerplicht.’
[Man houdt de spuitfles omhoog als bewijs]
Man [tegen vrouw 2]: ‘Maar wat leuk dat ik je zie! Nu krijg ik toch zo’n natuurlijke neiging om je eens flink te gaan knuffelen. Maar ja…’
Vrouw 2 [strijdlustig]: ‘Nou, ik knuffel gewoon, hoor. Kom hier!’
[Man staat in tweestrijd]
Vrouw 2 [lacht uitdagend]: ‘Nou? Of geloof jij soms in die corona?’
[Man kijkt van de hand sanitizer in zijn hand naar vrouw 2 en dan schuldbewust naar vrouw 1]
Vrouw 1: ‘Trek je van mij niks aan… Willem, was het toch?’
[Vrouw 1 maakt zich uit de voeten als vrouw 2 de gegeneerde man begint te knuffelen]
Vrouw 2 [niet-begrijpend]: ‘Willem?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 2 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Kapper: ‘Ik zou nu eigenlijk op Ibiza zitten.’
Klant: ‘Ik in Parijs.’
Kapper: ‘Wanneer zal dat weer kunnen?’
Klant: ‘Misschien wel nooit meer.’
Kapper: ‘Brrr, niet aan denken. Lekker kort?’
Klant: ‘Ja, doe maar.’
[Kapper begint te knippen. Stilte]
Kapper: ‘Er is niet zoveel meer aan, hè?’
Klant: ‘Nee, saaie boel.’
[stilte]
Klant: ‘Ik kijk nu maar naar Dix Pour Cent. Parijse serie met allemaal oude Franse filmsterren.’
Kapper: ‘Ik kijk The Innocents, iets futuristisch met magische krachten.’
Klant: ‘Niks voor mij. Heb m’n handen al vol aan het nu.’
Kapper: ‘Die magische krachten zou ik toch wel willen hebben. Bovenop iets langer?’
Klant: ‘Graag. Daar zou ik ook wel raad mee weten.’
Kapper: ‘Maar laten we het a.u.b. niet over Trump hebben. Ik hoor niks anders meer om me heen. Hoe komt je haar zo droog?’
Klant: ‘Daar zijn zelfs die magische krachten niet tegen opgewassen. Tegen Trump, bedoel ik.’
Kapper: ‘Die man laat mij tegenwoordig al twijfelen aan de democratie. Veel binnen zitten. Droogt het van uit. Kuurtje erin?’
Klant: ‘Misschien wel goed, ja. Maar je bent niet alleen, hè? Het einde van de democratie werd al in de vorige eeuw aangekondigd.’
Kapper: ‘Dan heeft het nog lang geduurd. Al met al.’
[stilte]
Kapper [masseert een crème in het haar van de klant]: ‘Zo, kun jij er straks weer tegenaan.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 1 in de nieuwe reeks Het jaar in lockdown.

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Buurman 1 [nadenkend]: ‘Opvallend.’
Buurman 2: ‘Ja?’
1: ‘Ja.’
2: ‘Ga je nog vertellen wat?’
1: ‘De eerste keer stond iedereen te juichen.’
2: ‘Heel opvallend, ja.’
1: ‘Nee, wacht. Ook vlak erna nog zeiden de meesten: “Van mij mag de boel zo weer op slot.”’
2: ‘O dat? Ja, herinner ik me.’
1: ‘En nu het weer zover is, hoor ik alleen maar gemor en gescheld op Rutte & co. En vliegen de complottheorieën je om de oren.’
2: ‘Yep.’
1: ‘Van exact dezelfde types, hè?’
2: ‘Voortschrijdende inzichten?’
1: ‘Netflix.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Het komt door Netflix.’
2 [getriggerd]: ‘Dus Netflix zit hierachter?’
1: ‘De eerste keer ging iedereen thuis eindeloos series bingen.’
2: ‘Klopt. Ik heb toen alle seizoenen van Grace and Frankie achter elkaar gekeken.’
1: ‘De Romeinen zeiden het al.’
2: ‘Brood en spelen?’
1: ‘Maar nu is er he-le-maal niks meer op Netflix, omdat iedereen alles al heeft gezien en er nauwelijks meer iets nieuws wordt gemaakt. Clichébom Emily in Paris was zo’n beetje de laatste drop-’
2 [schrikt]: ‘Ajeto, dat wordt een volksopstand!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

(Op de foto: Streetart van streetartist Frankey)

Dit is deel 23, voorlopig het laatste deel in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel. Vanwege de nieuwe lockdown begint hierna een nieuwe serie Het jaar in lockdown.

Hear Say XXII: In de sportschool

Hear Say XXII: In de sportschool

Man 1 [tuurt in de deuropening naar de stromende regen]: ‘Het zou mij niet verbazen.’
Man 2: ‘Mij ook niet.’
1: ‘Dan krijg jij dus je zin.’
2: ‘Ik?’
1: ‘Jij had toch zo genoten van de eerste lockdown?’
2: ‘Genoten… Beetje rare woordkeuze, hè?’
1: ‘Je had na afloop lockdownheimwee, als ik me niet vergis.’
2: ‘Bijna iedereen die ik ken zag het als een welkome tijd van bezinning. Jij toch ook?’
1: ‘Ja, het vogeltjesgekwetter en de vliegtuigloze hemel.’
2: ‘Even geen FOMO.’
1: ‘En niet elke dag in die file.’
2: ‘De straatbingo vanaf het balkon.’
1: ‘En, oké, het applaus voor de zorg.’
2: ‘Nou dan.’
1: ‘Maar been there, weet je? Done that. Klaar mee.’
2: ‘Wie niet?’
1: ‘En nu met die donkere dagen voor de deur: moet er niet aan denken. No way.’
2: ‘Tja, wat doe je eraan?’
1 [haalt z’n schouders op en checkt z’n telefoon]: ‘Shit, de hele rest van de week blijft het hozen.’
[stopt de telefoon weg]: ‘Het is zo héél even droog, dan ren ik naar huis en trek het dekbed over m’n hoofd totdat die regen voorbij is!’
2: ‘En jij was tegen een nieuwe lockdown?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 22 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XXI: In de supermarkt

Hear Say XXI: In de supermarkt

Vrouw [telefoneert en scant intussen boodschappen bij de zelfscanner]: ‘Dus ik denk dat we toch onze social media-strategie moeten tweaken.’
[luistert]
Vrouw: ‘Maar de traffic blijft achter bij-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mag ik even een boncheck doen?’
Vrouw [in de telefoon, intussen met haar betaalpas zwaaiend]: ‘En de SMA laat duidelijk zien dat-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw, mag ik even een check doen?’
Vrouw [verstoord]: ‘Wat?’
Supermarktmedewerkster: ‘Een boncheck.’
Vrouw: ‘Oké.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Het lijkt me goed om de brand advocates opnieuw-’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft niet alle boodschappen gescand.’
Vrouw [blijft spreken in de telefoon]: ‘De message is ook te blurry.’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw.’
Vrouw [verstoord]: ‘Hè?’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Ja, ik sta in de supermarkt. Weinig relaxt.’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft bijna de helft van uw boodschappen niet gescand.’
Vrouw: ‘Hoe kan dat nou?’
Supermarktmedewerkster [scant de niet-gescande boodschappen]: ‘Ziet u? Dit staat allemaal niet op de afrekening.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Een storing hier. Ik weet ook niet.’
Supermarktmedewerkster: ‘De groentes moet u daar afwegen, de bon printen en dan scannen.’
Vrouw [nog steeds de telefoon aan haar oor]: ‘O, sorry dan.’
Supermarktmedewerkster: ‘En de broodjes moet u apart invoeren.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Bijna buiten.’
Vrouw [tegen de supermarktmedewerkster]: ‘Nu alles goed?’
Supermarktmedewerkster: ‘Ja, u kunt nu afrekenen.’
Vrouw: ‘Great.’
Supermarktmedewerkster: ‘Maar als ik u een tip mag geven…’
Vrouw: ‘Ja?’
Supermarktmedewerkster: ‘Misschien de volgende keer niet twee dingen tegelijk doen. Dat kan niet iedereen.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 21 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Ik: ‘Dag buurvrouw. Lang niet gezien!’
Buurvrouw [sluit de deur van de Uber waar ze net uit is gestapt]: ‘Ik ben er niet.’
Ik [geamuseerd]: ‘Oké… Hoe gaat het?’
Buurvrouw: ‘Ik kan niet praten.’
Ik [bezorgd]: ‘Wat is er dan? Heb je pijn?’
Buurvrouw: ‘Nee, ik wil niet praten. Ik woon hier niet meer.’
Ik: ‘Hè? Sinds wanneer?’
Buurvrouw: ‘Ik woon nu in een andere buurt.’
Ik: ‘Niet in dat nieuwe appartement dat je was aangeboden?’
Buurvrouw [schuifelt met haar stok moeizaam van me vandaan]: ‘Nee, zeg. Belachelijk.’
Ik: ‘Dat was toch een mooie plek? En in je eigen buurtje.’
Buurvrouw: ‘Voor een jaar, ja. Ik ben toch niet gek? Dan moet ik twee keer in een jaar verhuizen.’
Ik: ‘Ja, da’s zwaar.’
Buurvrouw [draait zich om]: ‘Maar ik zeg niks meer. Ik ben je buurvrouw niet meer. Weg is weg.’
Ik: ‘Kom nou toch…’
Buurvrouw: ‘Nee, ik ben helemaal van de kaart. Ik ga dood.’
Ik [geschrokken]: ‘Wat zeg je nu?’
Buurvrouw schuifelt verder.
Ik: ‘Loop nou niet weg. Wat heb je dan?’
Buurvrouw [roepend terwijl ze blijft doorlopen]: ‘Ik ben tachtig!’
Ik: ‘Ja, maar-’
Buurvrouw: ‘En het straatfeest, daar zie je me ook niet meer.’
Buurvrouw verdwijnt om de hoek.
Ik [fluisterend en verbouwereerd een hand opstekend]: ‘Dag buurvrouw…’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is waarschijnlijk de laatste column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere vind je hierhierhier en hier.

Tegelijk is dit deel 20 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.