Leven in lockdown XXIII: De lockdownvrijmibo



Ze staat al te wachten bovenaan de buitentrap naar haar etage. Stoel in de ene hand, wijnglas in de andere. We hebben een nieuwe traditie in de maak: de lockdownvrijmibo. Ik kom langs met een fles rosé en een eigen glas plus twee bakjes zoutjes, opdat we ook aan social distance snacking kunnen doen.
Zij heeft de buitenboel een voorzorgssopje gegeven en reikt mij een kussen aan, om me te settelen op veilige afstand halverwege de trap.
Vandaag draagt ze voor het eerst geen joggingbroek, maar een jeans met eronder knappe Uggs sloffen. Ze heeft er zin in. Het is een uitje thuis: “We zitten hier vorstelijk, zo op het bordes. Ik voel me net de koningin.”
“Met mij aan je voeten.”
Ze lacht. Ze heeft een goede dag vandaag, zegt ze. Ondanks zorgen om haar gezondheid én het virus. Straks brengt de buurman weer eten.
Een fijn buurtje, constateren we, hartje binnenstad. Niks anoniem en individualistisch. Nu eens hangt er een bos bloemen aan haar deurknop, dan weer ligt er een lieve kaart op haar deurmat en ze hoeft maar te kikken of haar boodschappen worden gehaald.
En vanmorgen nog stond de halve straat samen op afstand vertederd te kijken naar de uitkomende meerkoeteieren.
Ineens bezorgd: “Zal in september ons kadefeest wel kunnen doorgaan?”

Dit is de vierde column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere columns vind je hier, hier en hier.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(Foto: straattekening op de stoep voor het huis van mijn buurvrouw)