Wandelmaatje 1: ‘Doen we een kowa of een lawa*?’
Wandelmaatje 2: ‘Lawa maar?’
1: ‘Waarom niet? We moeten ergens onze beweging vandaan halen.’
2: ‘Ja, dat gehang voor de buis is funest.’
1: ‘Nog iets interessants gezien? Een goeie serie die ik heb gemist? Kan bijna niet, maar goed.’
2 [zucht]: ‘Ik kan geen serie meer kijken.’
1 [begripvol]: ‘Heb jij ook alles al gezien?’
2: ‘Nee, dat niet.’
1: ‘Op een gegeven moment beginnen ze allemaal op elkaar te lijken, hè? Wéér een detective met een obscure psychische stoornis. Wéér een slachtoffer dat ze langzaam laten leegbloeden. Als straks alle series op zijn, kunnen ze met knippen en plakken zo een nieuwe in elkaar zetten. Allemaal één pot nat.’
2 [tikje ongeduldig]: ‘Nee, bedoel ik ook niet.’
1 [denkt het nu te begrijpen]: ‘Je leest een boek!? Wat goed. Zou ik ook moeten doen. Tegen het afstompen-’
2 [plots]: ‘Ik moet gewoon telkens huilen, ja?’
1 [meelevend]: ‘Ach, joh, wie niet? Ik grien om de stomste scènes. Dat krijg je van de hele dag opgesloten zitten. Activeert je traanbuizen. Vooral voor de buis [lacht].’
2: ‘…van verlangen.’
1: ‘I know. Ik zou toch vorig jaar eigenlijk naar India? Komt nu de Himalaya ergens voorbij, gaan bij mij de sluizen al open. The Darjeeling Limited opnieuw bekijken? Was een heel slecht idee.’
2: ‘Ik verlang juist terug naar hele gewone dingen. Die lijken nu veel onbereikbaarder dan zo’n verre berg.’
1 [niet-begrijpend]: ‘Ja-ja.’
2: ‘Bij Lupin** schoten mijn ogen vol toen de politiecommissaris in een brasserie koffie dronk met een stokje-boter en een krantje. Geen spektakelscène, alleen wat gepraat. Maar ik heb hem zeker tien keer teruggekeken. De laatste keren met m’n ogen dicht!’
1 [tikje bezorgd]: ‘Heftig.’
2 [dromerig]: ‘Alleen maar voor het geroezemoes van stemmen, het reutelende espressoapparaat, stoelen die worden aangeschoven, het geritsel van een krant, het gekletter van koppen en schotels. Zelfs de sullige muzak op de achtergrond klonk ineens hemels.’
1 [nu ook dromerig]: ‘Ja…’
2: ‘Ik hoef niet meer perse de Chinese Muur te beklimmen, of naar Machu Picchu. Ik wil gewoon mijn simpele dagelijkse routines terug: koffie-krantje-croissantje bij mij om de hoek.’
1 [overdreven opgewekt; een traan in de ogen]: ‘Is dat trouwens wat, Lupin? Is toch met die ene van, hoe heet die film, Intouchables?’
*Kowa, lawa: in Corona-speak respectievelijk korte wandeling en lange wandeling.
**De in Parijs spelende serie Lupin met Omar Sy is momenteel te zien op Netflix.
Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021
Dit is deel 3 in de reeks De Coronajaren.
Month: January 2021
De Coronajaren II: Prikken?
Collega 1 [steekt sigaret op]: ‘Ik twijfel.’
Collega 2: ‘Waaraan dan?’
1: ‘Ik weet niet. Je leest rare dingen.’
2: ‘Alsjeblieft niet dat ouwe Bill Gates-verhaal, hè? Die man heeft zo’n prikkie echt niet nodig om te weten wat jij uitspookt. Als-ie dat al zou willen weten.’
1 [blaast rook uit]: ‘Tuurlijk niet. Maar wat zijn de gevolgen op de lange duur? Dat weet niemand.’
2: ‘Wat zijn de gevolgen van alcohol, tabak en drugs op de lange duur? Dat weet iederéén.’
1 [geërgerd]: ‘Haha.’
2: ‘Of die van onze CO2-uitstoot? Dat weet ook iedereen.’
1 [neemt een hap van zijn broodje ham]: ‘Zo kan je alles wel stuk relativeren.’
2: ‘De gevolgen van vleesconsumptie voor de planeet én jouw gezondheid: algemeen bekend.’
1 [checkt verveeld z’n Facebook]: ‘Ja, hou maar op.’
2: ‘Die van continu je social media checken: hele bibliotheken over volgeschreven.’
1 [blijft naar z’n mobieltje staren]: ‘Laat maar, oké? Ik weet wat ik gelezen heb.’
2: ‘De desastreuze gevolgen van complottheorieën. Kan geen mens meer omheen sinds Trump.’
1 [trapt z’n sigaret uit]: ‘Ik zei: laat maar.’
2: ‘Als we de gevolgen wel kennen, maar het komt ons effe niet uit, doen we er niks mee.’
[1 gaapt nadrukkelijk]
2: ‘Bovendien: wat is het alternatief?’
1: ‘Weet ik veel. Dat hoef ik toch niet te bedenken?’
2: ‘En als jij straks geen festival meer binnenkomt, of niet mag vliegen zonder vaccinatiebewijs, wat dan?’
1 [verongelijkt]: ‘Ja, hèhè.’
Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021
Dit is deel 2 in de reeks De Coronajaren.
De Coronajaren I: Waarheen?
Marktkoopvrouw 1: ‘Jij dan?’
Marktkoopvrouw 2: ‘Parijs, denk ik.’
1 [dromerig]: ‘Ja… Montmartre, Belleville…’
2: ‘Of Londen. Of Tokio. Het maakt me niks uit. Zolang het maar weg van hier is.’
1: ‘Berlijn.’
2: ‘Hongkong.’
1: ‘New York, als Trump eindelijk opgerot is.’
2: ‘Maar wanneer weer?’
1: ‘Eén ding is zeker: wij zijn als laatste aan de beurt voor een prik. September op z’n vroegst.’
2: ‘Da’s nog negen maanden!’
1: ‘En dan is het nog maar de vraag of reizen dan alweer kan.’
2: ‘Of we moeten doen zoals die Duitsers uit de krant: ticket naar Bangkok kopen, twee weken vrijwillig in quarantaine in een hotel en dan het héle land en haar inwoners voor je alleen hebben.’
1: ‘Geen rijen bij Ankor Wat in Cambodja. Zo door kunnen lopen in het MoMa in New York. Geen dronken groepen Nederlanders op de Ramblas in Barcelona.’
2: ‘Zorgeloos tussen de Taiwanezen over de nachtmarkten struinen in Taipei. Daar doen ze namelijk niet aan corona.’ [lacht]
1: ‘Alsof je dertig jaar terug in de tijd gaat.’
2: ‘Het land zien zoals het was vóór het massatoerisme.’
1: ‘In de straten alleen echte locals.’
2: ‘Een local tussen de locals zijn, dat wil ik!’
[richt zich tot een klant aan de kraam die aan het fruit voelt]: ‘Schat, niet overal met je tengels aanzitten. Doe ik bij jou ook niet.’
1 [nadenkend]: ‘Zo’n beetje als hier nu, dus?’
Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021
(Foto: tempelmarkt vol locals in Taipei)
Dit is deel 1 in de reeks De coronajaren.