De Coronajaren 4: Eurootje?

De Coronajaren 4: Eurootje?

Moeder 1: ‘Wat zou jij hebben gedaan?’
Moeder 2: ‘Ik heb altijd cash op zak.’
1: ‘Ik niet meer sinds de eerste lockdown, toen ons werd bezworen alleen nog met pin te betalen.’
2: ‘En je schoonmaakster dan?’
1: ‘Voor haar haal ik speciaal.’
2: ‘Dan neem je toch wat extra op?’
1: ‘Ja, maar daar had ik even niks aan toen die vrouw om een eurootje vroeg, hè?’
2: ‘Was ze dakloos, denk je? Of een junk?’
1: ‘Zegt natuurlijk niks, maar ze zag er heel goed uit met haar batikmasker, teddyjas en zo’n met bloemen versierde mand voorop haar fiets. En toen ik zei dat ik helaas geen cash had, wenste ze me nog een hele fijne dinsdag.’
2 [schrikt]: ‘Klinkt als… Als wij!’
1 [knikt]: ‘Dat bedoel ik. Eng hè?’
2: ‘Maar vreemden om geld vragen?’
1: ‘Zou jij het kunnen?’
[2 rilt en schudt haar hoofd]
1 [nadenkend]: ‘Hoe erg moet het dan zijn?’
2: ‘En hoe zet je de eerste stap? Oefen je dat thuis?’
[beiden zijn even stil]
2: ‘Maar toen?’
1: ‘Niemand gaf haar iets. Eenmaal bij de supermarkt, vroeg ik me af wat ze zou doen. Naar binnen, of rondjes blijven fietsen om mensen aan te spreken?’
2: ‘En?’
1: ‘Naar binnen. Toen was de verwarring compleet.’
2: ‘Het lijkt wel een thriller.’
1: ‘Bij de kassa zag ik haar weer. Een pak melk, pindakaas, brood.’
2: ‘Ze had dus geld?’
1: ‘Misschien net genoeg hiervoor. Weet jij veel. Ik ben in de buurt gebleven, voor als ze tekort zou komen.’
2: ‘En?’
1: ‘Ze ging pinnen! Tja, waarom zou ze geen pinpas hebben? Alle vooroordelen werden even onderuitgehaald.’
2 [knikt]: ‘Maar wat doe jij nou de volgende keer?’
1 [geeft een klopje tegen haar jaszak; munten rinkelen]: ‘Ik ben nu voorbereid.’
2: ‘Dan kan je iedereen wel geld gaan geven.’
1 [schudt bedachtzaam haar hoofd]: ‘Iedereen kan dit overkomen.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021

Dit is deel 4 in de reeks De Coronajaren.

De Coronajaren 3: De hele gewone dingen

De Coronajaren 3: De hele gewone dingen

Wandelmaatje 1: ‘Doen we een kowa of een lawa*?’
Wandelmaatje 2: ‘Lawa maar?’
1: ‘Waarom niet? We moeten ergens onze beweging vandaan halen.’
2: ‘Ja, dat gehang voor de buis is funest.’
1: ‘Nog iets interessants gezien? Een goeie serie die ik heb gemist? Kan bijna niet, maar goed.’
2 [zucht]: ‘Ik kan geen serie meer kijken.’
1 [begripvol]: ‘Heb jij ook alles al gezien?’
2: ‘Nee, dat niet.’
1: ‘Op een gegeven moment beginnen ze allemaal op elkaar te lijken, hè? Wéér een detective met een obscure psychische stoornis. Wéér een slachtoffer dat ze langzaam laten leegbloeden. Als straks alle series op zijn, kunnen ze met knippen en plakken zo een nieuwe in elkaar zetten. Allemaal één pot nat.’
2 [tikje ongeduldig]: ‘Nee, bedoel ik ook niet.’
1 [denkt het nu te begrijpen]: ‘Je leest een boek!? Wat goed. Zou ik ook moeten doen. Tegen het afstompen-’
2 [plots]: ‘Ik moet gewoon telkens huilen, ja?’
1 [meelevend]: ‘Ach, joh, wie niet? Ik grien om de stomste scènes. Dat krijg je van de hele dag opgesloten zitten. Activeert je traanbuizen. Vooral voor de buis [lacht].’
2: ‘…van verlangen.’
1: ‘I know. Ik zou toch vorig jaar eigenlijk naar India? Komt nu de Himalaya ergens voorbij, gaan bij mij de sluizen al open. The Darjeeling Limited opnieuw bekijken? Was een heel slecht idee.’
2: ‘Ik verlang juist terug naar hele gewone dingen. Die lijken nu veel onbereikbaarder dan zo’n verre berg.’
1 [niet-begrijpend]: ‘Ja-ja.’
2: ‘Bij Lupin** schoten mijn ogen vol toen de politiecommissaris in een brasserie koffie dronk met een stokje-boter en een krantje. Geen spektakelscène, alleen wat gepraat. Maar ik heb hem zeker tien keer teruggekeken. De laatste keren met m’n ogen dicht!’
1 [tikje bezorgd]: ‘Heftig.’
2 [dromerig]: ‘Alleen maar voor het geroezemoes van stemmen, het reutelende espressoapparaat, stoelen die worden aangeschoven, het geritsel van een krant, het gekletter van koppen en schotels. Zelfs de sullige muzak op de achtergrond klonk ineens hemels.’
1 [nu ook dromerig]: ‘Ja…’
2: ‘Ik hoef niet meer perse de Chinese Muur te beklimmen, of naar Machu Picchu. Ik wil gewoon mijn simpele dagelijkse routines terug: koffie-krantje-croissantje bij mij om de hoek.’
1 [overdreven opgewekt; een traan in de ogen]: ‘Is dat trouwens wat, Lupin? Is toch met die ene van, hoe heet die film, Intouchables?’

*Kowa, lawa: in Corona-speak respectievelijk korte wandeling en lange wandeling.
**De in Parijs spelende serie Lupin met Omar Sy is momenteel te zien op Netflix.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021

Dit is deel 3 in de reeks De Coronajaren.

De Coronajaren II: Prikken?

De Coronajaren II: Prikken?

Collega 1 [steekt sigaret op]: ‘Ik twijfel.’
Collega 2: ‘Waaraan dan?’
1: ‘Ik weet niet. Je leest rare dingen.’
2: ‘Alsjeblieft niet dat ouwe Bill Gates-verhaal, hè? Die man heeft zo’n prikkie echt niet nodig om te weten wat jij uitspookt. Als-ie dat al zou willen weten.’
1 [blaast rook uit]: ‘Tuurlijk niet. Maar wat zijn de gevolgen op de lange duur? Dat weet niemand.’
2: ‘Wat zijn de gevolgen van alcohol, tabak en drugs op de lange duur? Dat weet iederéén.’
1 [geërgerd]: ‘Haha.’
2: ‘Of die van onze CO2-uitstoot? Dat weet ook iedereen.’
1 [neemt een hap van zijn broodje ham]: ‘Zo kan je alles wel stuk relativeren.’
2: ‘De gevolgen van vleesconsumptie voor de planeet én jouw gezondheid: algemeen bekend.’
1 [checkt verveeld z’n Facebook]: ‘Ja, hou maar op.’
2: ‘Die van continu je social media checken: hele bibliotheken over volgeschreven.’
1 [blijft naar z’n mobieltje staren]: ‘Laat maar, oké? Ik weet wat ik gelezen heb.’
2: ‘De desastreuze gevolgen van complottheorieën. Kan geen mens meer omheen sinds Trump.’
1 [trapt z’n sigaret uit]: ‘Ik zei: laat maar.’
2: ‘Als we de gevolgen wel kennen, maar het komt ons effe niet uit, doen we er niks mee.’
[1 gaapt nadrukkelijk]
2: ‘Bovendien: wat is het alternatief?’
1: ‘Weet ik veel. Dat hoef ik toch niet te bedenken?’
2: ‘En als jij straks geen festival meer binnenkomt, of niet mag vliegen zonder vaccinatiebewijs, wat dan?’
1 [verongelijkt]: ‘Ja, hèhè.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021

Dit is deel 2 in de reeks De Coronajaren.

De Coronajaren I: Waarheen?

De Coronajaren I: Waarheen?

Marktkoopvrouw 1: ‘Jij dan?’
Marktkoopvrouw 2: ‘Parijs, denk ik.’
1 [dromerig]: ‘Ja… Montmartre, Belleville…’
2: ‘Of Londen. Of Tokio. Het maakt me niks uit. Zolang het maar weg van hier is.’
1: ‘Berlijn.’
2: ‘Hongkong.’
1: ‘New York, als Trump eindelijk opgerot is.’
2: ‘Maar wanneer weer?’
1: ‘Eén ding is zeker: wij zijn als laatste aan de beurt voor een prik. September op z’n vroegst.’
2: ‘Da’s nog negen maanden!’
1: ‘En dan is het nog maar de vraag of reizen dan alweer kan.’
2: ‘Of we moeten doen zoals die Duitsers uit de krant: ticket naar Bangkok kopen, twee weken vrijwillig in quarantaine in een hotel en dan het héle land en haar inwoners voor je alleen hebben.’
1: ‘Geen rijen bij Ankor Wat in Cambodja. Zo door kunnen lopen in het MoMa in New York. Geen dronken groepen Nederlanders op de Ramblas in Barcelona.’
2: ‘Zorgeloos tussen de Taiwanezen over de nachtmarkten struinen in Taipei. Daar doen ze namelijk niet aan corona.’ [lacht]
1: ‘Alsof je dertig jaar terug in de tijd gaat.’
2: ‘Het land zien zoals het was vóór het massatoerisme.’
1: ‘In de straten alleen echte locals.’
2: ‘Een local tussen de locals zijn, dat wil ik!’
[richt zich tot een klant aan de kraam die aan het fruit voelt]: ‘Schat, niet overal met je tengels aanzitten. Doe ik bij jou ook niet.’
1 [nadenkend]: ‘Zo’n beetje als hier nu, dus?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2021
(Foto: tempelmarkt vol locals in Taipei)

Dit is deel 1 in de reeks De coronajaren.

Het jaar in lockdown XVIII: Op naar 2021

Het jaar in lockdown XVIII: Op naar 2021

Vage kennis 1: ‘En? Was dit ook jouw slechtste jaar ever?’
Vage kennis 2: ‘Nee, zeker niet.’
1 [verbaasd]: ‘Niet?’
2: ‘Integendeel, zelfs.’
1: ‘Heb ik iets gemist? Of heb jíj iets gemist?’
2: ‘Neu.’
1: ‘We hebben het toch over hetzelfde jaar? 2020, het jaar in lockdown?’
2: ‘Yep. The very same.’
1: ‘Dan ontgaat me iets. Wanneer was dan in jezusnaam jouw slechtste jaar?’
2: ‘Weet je nog toen ik die droombaan kreeg en daardoor zelfs een huis kon kopen?’
1: ‘Ja, goeie housewarmingparty ook.’
2: ‘Mijn slechtste jaar ooit.’
1: ‘Je maakt een geintje.’
2: ‘Ik ben bloedserieus. Na zo’n jaar kon het alleen maar bergafwaarts gaan. Wat het dus ook deed. En hoe.’
1: ‘Ah…’
2: ‘Tot en met het verlies van die droombaan dit jaar. Met dank aan corona.’
1: ‘Wat lul je dan? Je slechtste jaar ever!’
2: ‘Juist niet, na zo’n jaar kan het alleen nog maar bergopwaarts. 2020 was een zegen. Mijn toekomst heeft er nooit zonniger uitgezien.’
[1 is in de war]
2: ‘Ik heb er zin in, in 2021.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 18 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown XII: De oplossing

Het jaar in lockdown XII: De oplossing

Thuiswerker 1: ‘Dat je ’s morgens wakker wordt met een kriebel in je keel. En dat je dan meteen denkt: Is dit het? Ben ik nu aan de beurt?’
Thuiswerker 2: ‘Moet ik gaan testen en alles afzeggen?’
1: ‘Of nog even aanzien? Ik heb zo vaak iets in m’n keel.’
2: ‘Ik moet bij het opstaan altijd wel een paar keer niezen. Is heel normaal.’
1: ‘Dus dan lig ik in bed: Maak ik een afspraak? Zo nee, ben ik dan asociaal?’
2: ‘Je kunt ook niet elke dag naar die teststraat, alleen omdat je denkt dat je heel misschien iets hebt…’
1: ‘Hiermee begint dus al maanden mijn dag. Elke dag. Het sloopt me. Die onzekerheid.’
2: ‘I know. Het is killing.’
1: ‘Maar ik heb nu de oplossing. Ik maal ‘s ochtends koffiebonen.’
2 [geamuseerd]: ‘Die had ik nog niet gehoord qua obscure alternatieve remedies. Vertel.’
1: ‘Dat hangt dan door het hele huis.’
2: ‘Lekker. Maar?’
1: ‘Als ik het ruik, mag ik van mezelf de boel nog even aanzien.’
2 [niet-begrijpend]: ‘En eerst nog rustig koffie drinken?’
1: ‘Zo niet, moet ik een afspraak maken met de GGD.’
2 [lacht]: ‘Is knoflook voor het raam hangen niet simpeler?’
1 [geïrriteerd]: ‘Anosmia, mens!’
2 [begrijpt het nu]: ‘Ah, niks ruiken en proeven. Een van dé symptomen.’
1: ‘Hèhè.’
2: ‘Zeg dat dan meteen. Om precies die reden zit ik tegenwoordig elke ochtend volledig legitiem aan een glas wijn!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 12 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Buurvrouw 1: ‘Hè, gezellig. Alweer veel te lang geleden. Toch?’
Buurvrouw 2: ‘Ja, en dat allemaal door zo’n stom griep-’
1 [ kordaat]: ‘Ho.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Sorry, maar vind je het goed als we het gewoon gezellig houden?’
2: ‘No problem. Genoeg andere onderwerpen.’
1: ‘Niet dan? We hebben elkaar zo lang niet gezien. Zwaaien vanaf het balkon niet meegerekend.’
2: ‘Ja joh, toen moest dat hele verkiezingscircus met Trump nog-’
1: ‘Eeehh…’
[verontschuldigende blik]
2: ‘Geen Trump?’
1: ‘Liever niet.’
2: ‘Geen Trump. Geen probleem.’
[stilte]
2: ‘Wat doen jullie met Sinterklaas?’
1 [opgelucht]: ‘Wij hebben lootjes getrokken. Jullie?’
2: ‘Wij ook. We maken er een extra groot feest van nu ze ook al niet op school komen. Zo jammer voor die kids.’
1: ‘Ze?’
2: ‘Ja, Sinterklaas en z’n pie-’
[1 schudt haar hoofd]
2: ‘Niet?
1: ‘Ik wil niet ongezellig doen, maar voor je het weet zwááien we niet eens meer naar elkaar.’
2: ‘Helemaal gelijk. Een goede buur is goud waard.’
1: ‘Toch?’
[stilte]
2: ‘Wat een weertje, hè?’
1 [opgelucht]: ‘Niet normaal gewoon, zo lekker.’
2: ‘Maar echt. Eind november! En dan zijn er nog altijd mensen die ontkennen dat het klimaat-’
[2 kijkt schichtig naar haar buurvrouw die haar hoofd langzaam schudt]
2 [iets te vrolijk]: ‘Heerlijk. Prachtig wandelweer.’
1: ‘Ja, gezellig, een herfstwandeling! Jij nog koffie?’
2 [aarzelend]: ‘Ik heb eigenlijk liever thee. [geschrokken] Maar koffie is ook prima, hoor. Gezellig!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 9 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VIII: Dag buurvrouw (nu echt)

Het jaar in lockdown VIII: Dag buurvrouw (nu echt)

Daar staan we dan. Ik en mijn buren. Op onze kade. Háár kade. De kade waarop ze meer dan de helft van haar leven woonde. De kade die ze zag veranderen.
Expats kwamen en gingen, woonpanden werden hotels, Airbnb’ers beklommen met hun rolkoffers haar trappenhuis. En buren verkasten na het krijgen van kinderen naar Haarlem, Almere, Alphen aan den Rijn.
Zíj was een blijvertje. Ook toen ze steeds meer trekjes van een ‘aangereden slak’ kreeg (haar woorden). Toen de buitentrap naar haar woning, een-hoog, ook met stok een bijna onneembare horde werd.
Zij bleef. Samen met een handjevol andere die hards vormde ze de kern van onze kade. En kadefeesten.
Elke week kwam je haar wel tegen. Een zwaai, een praatje, soms een nukkige stilte. De laatste tijd verliep de communicatie vaker vanuit haar raam, of vanaf de voordeur. Rotcorona.
En toen moest ze toch verhuizen. Het pand moest gerenoveerd. Weliswaar onder protest, maar ze ging. Tijdelijk naar familie in Almere, tot haar nieuwe woning in een ander deel van de stad klaar zou zijn.
Laatst zag ik haar nog een straat verderop. Schuifelend achter een looprek. Het rode autootje had ze mooi pontificaal op haar vroegere invalidenplek op onze kade gestald. De eerste parkeerwacht die haar zou durven beboeten, moest nog worden geboren, lachte ze haar lach.
Of ze ooit nog zou terugverhuizen, vroeg ik.
No way.
Vorige week trok ze in haar nieuwe huis. En nu staan we hier. Haar buren. Met bloemen en kaarten.
Even verderop blokkeert een vrachtwagen de doorgang. De chauffeur bezweert elke bezorgd informerende buur op tijd klaar te zijn met uitladen.
Daar komt ze. Niet in het vertrouwde rode Suzuki’tje. Maar in een statige lange grijze Mercedes. Op de motorkap driehoekige zwarte vlaggetjes. Ze houdt stil voor haar portiek. Wij leggen de bloemen om haar heen. En zwaaien.
Dag buurvrouw!

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 8 in de reeks Het jaar in lockdown. Dit is tegelijk de zesde en allerlaatste column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere vind je hier, hier, hier, hier en hier.

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Vriendin 1: ‘Hoever ben jij?’
Vriendin 2: ‘Ik heb er nu één gezien.’
1: ‘Eentje nog maar? Knap.’
2: ‘Ik wil er zo lang mogelijk mee doen.’
1: ‘Probeerde ik ook. Maar ik ben er nu toch alweer bijna doorheen.’
2 [houdt haar handen tegen haar oren]: ‘Niks verklappen!’
1: ‘Hoezo? Je weet al hoe het afloopt.’
2: ‘Maar toch.’
1: ‘Oké.’
[maakt een gebaar alsof ze haar lippen dichtritst]
1: ‘Maar, hoe vind je het?’
2 [zwijmelt]: ‘O, Diana… Ik leef zo mee.’
1: ‘Die kleren!’
2 [nog altijd zwijmelend]: ‘Waanzinnig, hè?’
1: ‘My God, een en al strikjes en rushes. En dan die roze alpacatrui: het toonbeeld van jarentachtigwansmaak.’
2: ‘Vind je? Ik heb net die andere met dat zwarte schaap besteld. Is weer in productie.’
1: ‘Daar zit iemand nu heel flink mee te cashen. Niet ook die koalatrui, hoop ik?’
2 [gepikeerd]: ‘Toevallig hebben wel alle modeontwerpers zich voor dit winterseizoen door Diana laten inspireren: tweed, oversized, brede schouders, gigakragen, strikjes, grandma knits…’
1: ‘Niet alleen modeontwerpers. Zou Kamala nou geïnspireerd zijn geweest door de pussybow* van Diana of die van Thatcher? Wat een wijf, trouwens.’
2: ‘Michelle Obama hield ook wel van een pussybow.’
1: ‘Of hint Kamala toch naar de pussyhats van de vrouwenmarsen? Of misschien wel naar de “grab ‘m by the pussy”-bow van Melania? Anyway, communiceren via je kleding, dat heeft Diana uitgevonden.’
2: ‘Absoluut.’
1: ‘Die wraakjurk van haar als De Kroon net officieel bekend heeft gemaakt dat ze gaan scheiden.’
2 [schrikt]: ‘Wat?!’
1 [hand voor de mond]: ‘Oeps…’

Sinds 15 november 2020 staat seizoen 4 van de ultieme lockdownbingeserie The Crown op Netflix.
*Pussybow: strikblouse

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 7 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Vrouw 1 staat samen met haar vriendin in de lange rij voor een koffietent: ‘En? Nu nog steeds heimwee?’
Vrouw 2: ‘Wanneer had ik heimwee dan?’
1: ‘Wanneer had jij heimwee? Serieus?’
2: ‘Ik kan me niet herinneren ooit heimwee te hebben gehad. Vroeger wilde ik juist niks anders dan het huis ontvluchten. Het was eerder andersom. Heimwee naar niet thuis zijn.’
1: ‘Van de zomer wilde je anders maar al te graag nog wat langer binnenblijven.’
2 [begrijpt de hint]: ‘O, dat!’
1: ‘Dus nu is mijn vraag: blij?’
2: ‘Laat ik het zo zeggen: “lockdownheimwee” is toch niet op mijn persoonlijke shortlist voor Het Woord van het Jaar terechtgekomen.’
1: ‘Dacht ik al.’
2: ‘Het had gewoon bij één keer moeten blijven. Dan had ik altijd een romantisch gevoel overgehouden aan die unieke tijd.’
1: ‘Uniek: ja. Romantisch: Nou nee.’
2: ‘In elk geval een goeie reminder dat je ook nooit twee keer naar hetzelfde vakantieadres moet gaan. Hoe geweldig de eerste keer ook was, de tweede keer wordt geheid een tegenvaller.’
1: ‘Of je lievelingsfilm nog een keer bekijken. Ineens vallen alle foutjes op: weg mooie herinnering.’
2: ‘Terug naar je ex. Nog zo’n absolute no-go.’
[Vrouw 1 zwijgt]
2: ‘Toch?’
[Vrouw 1 blijft gegeneerd zwijgen. Vrouw 2 kijkt haar indringend aan]
2: ‘Nee, hè?’
1 [zet haar mondkapje op]: ‘Cortado of batch brew?’
2: ‘Zeg dat het niet waar is.’
1 [gestoken]: ‘Jij hebt makkelijk praten met je ideale gezinnetje en je valse romantiek. Jij weet niet hoe eenzaam het is, zo’n lockdown.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 6 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown V: Te Huur

Het jaar in lockdown V: Te Huur

[Man en vrouw lopen ’s morgens vroeg door een verlaten winkelstraat in de binnenstad]
Vrouw: ‘Behoorlijk treurig, dit. Toch?’
Man: ‘Eén en al bordjes “Te Huur”. Wat blijft er zo nog van de stad over?’
[Ze lopen zwijgend door. Dan wijst de vrouw geschrokken]
Vrouw: ‘Nee! Die drogist die hier al meer dan honderd jaar zat: ook dicht.’
Man: ‘Dan heb je alles meegemaakt, inclusief twee wereldoorlogen. Ben je tot hofleverancier gekroond. En dan word je onttroond door een virus met een kroontje.’
Vrouw: ‘Corona maakt meer kapot dan je lief is.’
Man [blijft stilstaan bij een etalage en kijkt naar binnen]: ‘En wat zegt het over deze tijd dat juist dit soort winkels nu goeie zaken doet?’
Vrouw [gluurt ook naar binnen]: ‘Dat iedereen binnen moet blijven en het met elkaar moet zien uit te zingen? Nog minstens een saaie donkere winter lang?’
Man [grinnikt]: ‘Ook al zijn ze al jaren op de ander uitgekeken… En intussen ook op alle streamingsdiensten.’
Vrouw: ‘De seksshop is De Nieuwe Nutellawinkel.’
Man: ‘Eerder De Nieuwe Netflix!’
Vrouw [uitdagend]: ‘Jij nog iets nodig?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 5 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Kapper: ‘Ik zou nu eigenlijk op Ibiza zitten.’
Klant: ‘Ik in Parijs.’
Kapper: ‘Wanneer zal dat weer kunnen?’
Klant: ‘Misschien wel nooit meer.’
Kapper: ‘Brrr, niet aan denken. Lekker kort?’
Klant: ‘Ja, doe maar.’
[Kapper begint te knippen. Stilte]
Kapper: ‘Er is niet zoveel meer aan, hè?’
Klant: ‘Nee, saaie boel.’
[stilte]
Klant: ‘Ik kijk nu maar naar Dix Pour Cent. Parijse serie met allemaal oude Franse filmsterren.’
Kapper: ‘Ik kijk The Innocents, iets futuristisch met magische krachten.’
Klant: ‘Niks voor mij. Heb m’n handen al vol aan het nu.’
Kapper: ‘Die magische krachten zou ik toch wel willen hebben. Bovenop iets langer?’
Klant: ‘Graag. Daar zou ik ook wel raad mee weten.’
Kapper: ‘Maar laten we het a.u.b. niet over Trump hebben. Ik hoor niks anders meer om me heen. Hoe komt je haar zo droog?’
Klant: ‘Daar zijn zelfs die magische krachten niet tegen opgewassen. Tegen Trump, bedoel ik.’
Kapper: ‘Die man laat mij tegenwoordig al twijfelen aan de democratie. Veel binnen zitten. Droogt het van uit. Kuurtje erin?’
Klant: ‘Misschien wel goed, ja. Maar je bent niet alleen, hè? Het einde van de democratie werd al in de vorige eeuw aangekondigd.’
Kapper: ‘Dan heeft het nog lang geduurd. Al met al.’
[stilte]
Kapper [masseert een crème in het haar van de klant]: ‘Zo, kun jij er straks weer tegenaan.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 1 in de nieuwe reeks Het jaar in lockdown.

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Buurman 1 [nadenkend]: ‘Opvallend.’
Buurman 2: ‘Ja?’
1: ‘Ja.’
2: ‘Ga je nog vertellen wat?’
1: ‘De eerste keer stond iedereen te juichen.’
2: ‘Heel opvallend, ja.’
1: ‘Nee, wacht. Ook vlak erna nog zeiden de meesten: “Van mij mag de boel zo weer op slot.”’
2: ‘O dat? Ja, herinner ik me.’
1: ‘En nu het weer zover is, hoor ik alleen maar gemor en gescheld op Rutte & co. En vliegen de complottheorieën je om de oren.’
2: ‘Yep.’
1: ‘Van exact dezelfde types, hè?’
2: ‘Voortschrijdende inzichten?’
1: ‘Netflix.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Het komt door Netflix.’
2 [getriggerd]: ‘Dus Netflix zit hierachter?’
1: ‘De eerste keer ging iedereen thuis eindeloos series bingen.’
2: ‘Klopt. Ik heb toen alle seizoenen van Grace and Frankie achter elkaar gekeken.’
1: ‘De Romeinen zeiden het al.’
2: ‘Brood en spelen?’
1: ‘Maar nu is er he-le-maal niks meer op Netflix, omdat iedereen alles al heeft gezien en er nauwelijks meer iets nieuws wordt gemaakt. Clichébom Emily in Paris was zo’n beetje de laatste drop-’
2 [schrikt]: ‘Ajeto, dat wordt een volksopstand!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

(Op de foto: Streetart van streetartist Frankey)

Dit is deel 23, voorlopig het laatste deel in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel. Vanwege de nieuwe lockdown begint hierna een nieuwe serie Het jaar in lockdown.

Hear Say XXI: In de supermarkt

Hear Say XXI: In de supermarkt

Vrouw [telefoneert en scant intussen boodschappen bij de zelfscanner]: ‘Dus ik denk dat we toch onze social media-strategie moeten tweaken.’
[luistert]
Vrouw: ‘Maar de traffic blijft achter bij-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mag ik even een boncheck doen?’
Vrouw [in de telefoon, intussen met haar betaalpas zwaaiend]: ‘En de SMA laat duidelijk zien dat-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw, mag ik even een check doen?’
Vrouw [verstoord]: ‘Wat?’
Supermarktmedewerkster: ‘Een boncheck.’
Vrouw: ‘Oké.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Het lijkt me goed om de brand advocates opnieuw-’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft niet alle boodschappen gescand.’
Vrouw [blijft spreken in de telefoon]: ‘De message is ook te blurry.’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw.’
Vrouw [verstoord]: ‘Hè?’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Ja, ik sta in de supermarkt. Weinig relaxt.’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft bijna de helft van uw boodschappen niet gescand.’
Vrouw: ‘Hoe kan dat nou?’
Supermarktmedewerkster [scant de niet-gescande boodschappen]: ‘Ziet u? Dit staat allemaal niet op de afrekening.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Een storing hier. Ik weet ook niet.’
Supermarktmedewerkster: ‘De groentes moet u daar afwegen, de bon printen en dan scannen.’
Vrouw [nog steeds de telefoon aan haar oor]: ‘O, sorry dan.’
Supermarktmedewerkster: ‘En de broodjes moet u apart invoeren.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Bijna buiten.’
Vrouw [tegen de supermarktmedewerkster]: ‘Nu alles goed?’
Supermarktmedewerkster: ‘Ja, u kunt nu afrekenen.’
Vrouw: ‘Great.’
Supermarktmedewerkster: ‘Maar als ik u een tip mag geven…’
Vrouw: ‘Ja?’
Supermarktmedewerkster: ‘Misschien de volgende keer niet twee dingen tegelijk doen. Dat kan niet iedereen.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 21 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Ik: ‘Dag buurvrouw. Lang niet gezien!’
Buurvrouw [sluit de deur van de Uber waar ze net uit is gestapt]: ‘Ik ben er niet.’
Ik [geamuseerd]: ‘Oké… Hoe gaat het?’
Buurvrouw: ‘Ik kan niet praten.’
Ik [bezorgd]: ‘Wat is er dan? Heb je pijn?’
Buurvrouw: ‘Nee, ik wil niet praten. Ik woon hier niet meer.’
Ik: ‘Hè? Sinds wanneer?’
Buurvrouw: ‘Ik woon nu in een andere buurt.’
Ik: ‘Niet in dat nieuwe appartement dat je was aangeboden?’
Buurvrouw [schuifelt met haar stok moeizaam van me vandaan]: ‘Nee, zeg. Belachelijk.’
Ik: ‘Dat was toch een mooie plek? En in je eigen buurtje.’
Buurvrouw: ‘Voor een jaar, ja. Ik ben toch niet gek? Dan moet ik twee keer in een jaar verhuizen.’
Ik: ‘Ja, da’s zwaar.’
Buurvrouw [draait zich om]: ‘Maar ik zeg niks meer. Ik ben je buurvrouw niet meer. Weg is weg.’
Ik: ‘Kom nou toch…’
Buurvrouw: ‘Nee, ik ben helemaal van de kaart. Ik ga dood.’
Ik [geschrokken]: ‘Wat zeg je nu?’
Buurvrouw schuifelt verder.
Ik: ‘Loop nou niet weg. Wat heb je dan?’
Buurvrouw [roepend terwijl ze blijft doorlopen]: ‘Ik ben tachtig!’
Ik: ‘Ja, maar-’
Buurvrouw: ‘En het straatfeest, daar zie je me ook niet meer.’
Buurvrouw verdwijnt om de hoek.
Ik [fluisterend en verbouwereerd een hand opstekend]: ‘Dag buurvrouw…’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is waarschijnlijk de laatste column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere vind je hierhierhier en hier.

Tegelijk is dit deel 20 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.