Het jaar in lockdown XII: De oplossing

Thuiswerker 1: ‘Dat je ’s morgens wakker wordt met een kriebel in je keel. En dat je dan meteen denkt: Is dit het? Ben ik nu aan de beurt?’
Thuiswerker 2: ‘Moet ik gaan testen en alles afzeggen?’
1: ‘Of nog even aanzien? Ik heb zo vaak iets in m’n keel.’
2: ‘Ik moet bij het opstaan altijd wel een paar keer niezen. Is heel normaal.’
1: ‘Dus dan lig ik in bed: Maak ik een afspraak? Zo nee, ben ik dan asociaal?’
2: ‘Je kunt ook niet elke dag naar die teststraat, alleen omdat je denkt dat je heel misschien iets hebt…’
1: ‘Hiermee begint dus al maanden mijn dag. Elke dag. Het sloopt me. Die onzekerheid.’
2: ‘I know. Het is killing.’
1: ‘Maar ik heb nu de oplossing. Ik maal ‘s ochtends koffiebonen.’
2 [geamuseerd]: ‘Die had ik nog niet gehoord qua obscure alternatieve remedies. Vertel.’
1: ‘Dat hangt dan door het hele huis.’
2: ‘Lekker. Maar?’
1: ‘Als ik het ruik, mag ik van mezelf de boel nog even aanzien.’
2 [niet-begrijpend]: ‘En eerst nog rustig koffie drinken?’
1: ‘Zo niet, moet ik een afspraak maken met de GGD.’
2 [lacht]: ‘Is knoflook voor het raam hangen niet simpeler?’
1 [geïrriteerd]: ‘Anosmia, mens!’
2 [begrijpt het nu]: ‘Ah, niks ruiken en proeven. Een van dé symptomen.’
1: ‘Hèhè.’
2: ‘Zeg dat dan meteen. Om precies die reden zit ik tegenwoordig elke ochtend volledig legitiem aan een glas wijn!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 12 in de reeks Het jaar in lockdown.