Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Vrouw 1 staat samen met haar vriendin in de lange rij voor een koffietent: ‘En? Nu nog steeds heimwee?’
Vrouw 2: ‘Wanneer had ik heimwee dan?’
1: ‘Wanneer had jij heimwee? Serieus?’
2: ‘Ik kan me niet herinneren ooit heimwee te hebben gehad. Vroeger wilde ik juist niks anders dan het huis ontvluchten. Het was eerder andersom. Heimwee naar niet thuis zijn.’
1: ‘Van de zomer wilde je anders maar al te graag nog wat langer binnenblijven.’
2 [begrijpt de hint]: ‘O, dat!’
1: ‘Dus nu is mijn vraag: blij?’
2: ‘Laat ik het zo zeggen: “lockdownheimwee” is toch niet op mijn persoonlijke shortlist voor Het Woord van het Jaar terechtgekomen.’
1: ‘Dacht ik al.’
2: ‘Het had gewoon bij één keer moeten blijven. Dan had ik altijd een romantisch gevoel overgehouden aan die unieke tijd.’
1: ‘Uniek: ja. Romantisch: Nou nee.’
2: ‘In elk geval een goeie reminder dat je ook nooit twee keer naar hetzelfde vakantieadres moet gaan. Hoe geweldig de eerste keer ook was, de tweede keer wordt geheid een tegenvaller.’
1: ‘Of je lievelingsfilm nog een keer bekijken. Ineens vallen alle foutjes op: weg mooie herinnering.’
2: ‘Terug naar je ex. Nog zo’n absolute no-go.’
[Vrouw 1 zwijgt]
2: ‘Toch?’
[Vrouw 1 blijft gegeneerd zwijgen. Vrouw 2 kijkt haar indringend aan]
2: ‘Nee, hè?’
1 [zet haar mondkapje op]: ‘Cortado of batch brew?’
2: ‘Zeg dat het niet waar is.’
1 [gestoken]: ‘Jij hebt makkelijk praten met je ideale gezinnetje en je valse romantiek. Jij weet niet hoe eenzaam het is, zo’n lockdown.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 6 in de reeks Het jaar in lockdown.