Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Buurvrouw 1: ‘Hè, gezellig. Alweer veel te lang geleden. Toch?’
Buurvrouw 2: ‘Ja, en dat allemaal door zo’n stom griep-’
1 [ kordaat]: ‘Ho.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Sorry, maar vind je het goed als we het gewoon gezellig houden?’
2: ‘No problem. Genoeg andere onderwerpen.’
1: ‘Niet dan? We hebben elkaar zo lang niet gezien. Zwaaien vanaf het balkon niet meegerekend.’
2: ‘Ja joh, toen moest dat hele verkiezingscircus met Trump nog-’
1: ‘Eeehh…’
[verontschuldigende blik]
2: ‘Geen Trump?’
1: ‘Liever niet.’
2: ‘Geen Trump. Geen probleem.’
[stilte]
2: ‘Wat doen jullie met Sinterklaas?’
1 [opgelucht]: ‘Wij hebben lootjes getrokken. Jullie?’
2: ‘Wij ook. We maken er een extra groot feest van nu ze ook al niet op school komen. Zo jammer voor die kids.’
1: ‘Ze?’
2: ‘Ja, Sinterklaas en z’n pie-’
[1 schudt haar hoofd]
2: ‘Niet?
1: ‘Ik wil niet ongezellig doen, maar voor je het weet zwááien we niet eens meer naar elkaar.’
2: ‘Helemaal gelijk. Een goede buur is goud waard.’
1: ‘Toch?’
[stilte]
2: ‘Wat een weertje, hè?’
1 [opgelucht]: ‘Niet normaal gewoon, zo lekker.’
2: ‘Maar echt. Eind november! En dan zijn er nog altijd mensen die ontkennen dat het klimaat-’
[2 kijkt schichtig naar haar buurvrouw die haar hoofd langzaam schudt]
2 [iets te vrolijk]: ‘Heerlijk. Prachtig wandelweer.’
1: ‘Ja, gezellig, een herfstwandeling! Jij nog koffie?’
2 [aarzelend]: ‘Ik heb eigenlijk liever thee. [geschrokken] Maar koffie is ook prima, hoor. Gezellig!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 9 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Vriendin 1: ‘Hoever ben jij?’
Vriendin 2: ‘Ik heb er nu één gezien.’
1: ‘Eentje nog maar? Knap.’
2: ‘Ik wil er zo lang mogelijk mee doen.’
1: ‘Probeerde ik ook. Maar ik ben er nu toch alweer bijna doorheen.’
2 [houdt haar handen tegen haar oren]: ‘Niks verklappen!’
1: ‘Hoezo? Je weet al hoe het afloopt.’
2: ‘Maar toch.’
1: ‘Oké.’
[maakt een gebaar alsof ze haar lippen dichtritst]
1: ‘Maar, hoe vind je het?’
2 [zwijmelt]: ‘O, Diana… Ik leef zo mee.’
1: ‘Die kleren!’
2 [nog altijd zwijmelend]: ‘Waanzinnig, hè?’
1: ‘My God, een en al strikjes en rushes. En dan die roze alpacatrui: het toonbeeld van jarentachtigwansmaak.’
2: ‘Vind je? Ik heb net die andere met dat zwarte schaap besteld. Is weer in productie.’
1: ‘Daar zit iemand nu heel flink mee te cashen. Niet ook die koalatrui, hoop ik?’
2 [gepikeerd]: ‘Toevallig hebben wel alle modeontwerpers zich voor dit winterseizoen door Diana laten inspireren: tweed, oversized, brede schouders, gigakragen, strikjes, grandma knits…’
1: ‘Niet alleen modeontwerpers. Zou Kamala nou geïnspireerd zijn geweest door de pussybow* van Diana of die van Thatcher? Wat een wijf, trouwens.’
2: ‘Michelle Obama hield ook wel van een pussybow.’
1: ‘Of hint Kamala toch naar de pussyhats van de vrouwenmarsen? Of misschien wel naar de “grab ‘m by the pussy”-bow van Melania? Anyway, communiceren via je kleding, dat heeft Diana uitgevonden.’
2: ‘Absoluut.’
1: ‘Die wraakjurk van haar als De Kroon net officieel bekend heeft gemaakt dat ze gaan scheiden.’
2 [schrikt]: ‘Wat?!’
1 [hand voor de mond]: ‘Oeps…’

Sinds 15 november 2020 staat seizoen 4 van de ultieme lockdownbingeserie The Crown op Netflix.
*Pussybow: strikblouse

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 7 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Vrouw 1 staat samen met haar vriendin in de lange rij voor een koffietent: ‘En? Nu nog steeds heimwee?’
Vrouw 2: ‘Wanneer had ik heimwee dan?’
1: ‘Wanneer had jij heimwee? Serieus?’
2: ‘Ik kan me niet herinneren ooit heimwee te hebben gehad. Vroeger wilde ik juist niks anders dan het huis ontvluchten. Het was eerder andersom. Heimwee naar niet thuis zijn.’
1: ‘Van de zomer wilde je anders maar al te graag nog wat langer binnenblijven.’
2 [begrijpt de hint]: ‘O, dat!’
1: ‘Dus nu is mijn vraag: blij?’
2: ‘Laat ik het zo zeggen: “lockdownheimwee” is toch niet op mijn persoonlijke shortlist voor Het Woord van het Jaar terechtgekomen.’
1: ‘Dacht ik al.’
2: ‘Het had gewoon bij één keer moeten blijven. Dan had ik altijd een romantisch gevoel overgehouden aan die unieke tijd.’
1: ‘Uniek: ja. Romantisch: Nou nee.’
2: ‘In elk geval een goeie reminder dat je ook nooit twee keer naar hetzelfde vakantieadres moet gaan. Hoe geweldig de eerste keer ook was, de tweede keer wordt geheid een tegenvaller.’
1: ‘Of je lievelingsfilm nog een keer bekijken. Ineens vallen alle foutjes op: weg mooie herinnering.’
2: ‘Terug naar je ex. Nog zo’n absolute no-go.’
[Vrouw 1 zwijgt]
2: ‘Toch?’
[Vrouw 1 blijft gegeneerd zwijgen. Vrouw 2 kijkt haar indringend aan]
2: ‘Nee, hè?’
1 [zet haar mondkapje op]: ‘Cortado of batch brew?’
2: ‘Zeg dat het niet waar is.’
1 [gestoken]: ‘Jij hebt makkelijk praten met je ideale gezinnetje en je valse romantiek. Jij weet niet hoe eenzaam het is, zo’n lockdown.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 6 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown V: Te Huur

Het jaar in lockdown V: Te Huur

[Man en vrouw lopen ’s morgens vroeg door een verlaten winkelstraat in de binnenstad]
Vrouw: ‘Behoorlijk treurig, dit. Toch?’
Man: ‘Eén en al bordjes “Te Huur”. Wat blijft er zo nog van de stad over?’
[Ze lopen zwijgend door. Dan wijst de vrouw geschrokken]
Vrouw: ‘Nee! Die drogist die hier al meer dan honderd jaar zat: ook dicht.’
Man: ‘Dan heb je alles meegemaakt, inclusief twee wereldoorlogen. Ben je tot hofleverancier gekroond. En dan word je onttroond door een virus met een kroontje.’
Vrouw: ‘Corona maakt meer kapot dan je lief is.’
Man [blijft stilstaan bij een etalage en kijkt naar binnen]: ‘En wat zegt het over deze tijd dat juist dit soort winkels nu goeie zaken doet?’
Vrouw [gluurt ook naar binnen]: ‘Dat iedereen binnen moet blijven en het met elkaar moet zien uit te zingen? Nog minstens een saaie donkere winter lang?’
Man [grinnikt]: ‘Ook al zijn ze al jaren op de ander uitgekeken… En intussen ook op alle streamingsdiensten.’
Vrouw: ‘De seksshop is De Nieuwe Nutellawinkel.’
Man: ‘Eerder De Nieuwe Netflix!’
Vrouw [uitdagend]: ‘Jij nog iets nodig?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 5 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown IV: Coronaspeak

Het jaar in lockdown IV: Coronaspeak

Vrouw 1: ‘Collins Dictionary heeft net “lockdown” uitgeroepen tot woord van het jaar 2020. Wat is het jouwe?’
Vrouw 2: ‘Héél 2020 in één woord?’
1: ‘Ja. Wat definieerde jouw jaar?’
2: ‘Coronamoeheid.’
1: ‘Nee, da’s meer een gevolg.’
2: ‘Maar niet minder waar.’
1: ‘Ter inspi: andere woorden op de shortlist waren social distancing en zelfisolatie.’
2 [zucht]: ‘Eén woord is niet genoeg om 2020 te beschrijven. Ik kies voor het totale coronapakket.’
1: ‘Nee, nou niet gaan coronacheaten.’
2: ‘Oké. Wat dacht je van coronakilo’s? Of thuiswerken? Ik heb m’n collega’s al in geen maanden meer live gezien en m’n weegschaal te vaak.’
1: ‘Maar wat is nou echt nieuw, nog nooit vertoond?’
2: ‘Anderhalvemetersamenleving, besmettingsgetal, blokjesverjaardag, coronahamsteren, coronaontkenner, coronaspuger, covidiot, hamsterschaamte, kuchscherm, onderliggend lijden, patiënt nul, quarantainebubbel, raambezoek, reproductiegetal, superspreader, thuisdode, traceerapp, voucherdwang, zoönose… Dat minuscule virusdeeltje heeft een heel nieuw woordenboek opgehoest. In drie delen.’
1: ‘Ik mis nog “mascne”, gezichtsmasker-acne. Heeft m’n dochter.’
2: ‘En dan heb je ook nog die hele Trumpocalyps daar in Amerika. Ook goed voor een paar lingootjes, mind you.’
1: ‘Breek me de bek niet open. Maar laten we even in Nederland blijven.’
2: ‘We zullen wel moeten…’
1 [lacht]: ‘Precies. Dus?’
2: ‘Maar ik ben echt serieus zoooo coronamoe. Dat is mijn jaar in één woord.’
1: ‘Oké. Ik hou het op “Irma-effect”.’
2: ‘Wie?’
1: ‘Als de regering het goed had aangepakt, was er nu een run geweest op de zorgopleidingen. Iedereen een zorgheld. Maar nee. In plaats daarvan kiezen steeds minder mensen voor dat beroep.’
2: ‘Logisch. Met een applausje betaal je de huur niet.’
1: ‘Maar dankzij de vrouw achter Rutte wil half Nederland ineens wél gebarentolk worden.’
2: ‘Alsof dát cashen is.’
1: ‘Exact. Het Irma-effect.’
2: ‘Hm, dus als Rutte nou echt hart voor de zorg had gehad, zou hij een zorgheld zijn gaan daten? Een coronaliefje hebben genomen! Zorgverkering! Een lockdownlove!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 4 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown III: Peuk

Het jaar in lockdown III: Peuk

Dochter [staat voor het raam]: ‘Mam, daar zit-ie weer!’
Moeder: ‘Wie?’
D: ‘Die man.’
M [schrikt]: ‘De potloodventer? Bel de politie!’
D [lacht]: ‘Nee, die man die de eerste lockdown altijd op het bankje zat te roken.’
M [loopt opgelucht richting raam]: ‘Die nette zwerver met z’n getailleerde jas en Peaky Blinders-pet?’
D: ‘Ja die.’
M: ‘Over wie we altijd fantaseerden hoe het nu precies met hem zat?’
D: ‘Kijk dan.’
M: ‘Ja, hoor. Zelfde jas, zelfde pet.’
D: ‘Waar zou hij de hele zomer hebben gezeten?’
M: ‘Misschien wel op een bankje aan de Rivièra. Weet jij veel. Waarschijnlijk is het helemaal geen zwerver, maar een keurige thuiswerker die niet thuis mag roken.’
D: ‘Kijken of hij z’n peuk weer netjes op de rand dooft en hem daarna in de vuilnisbak stopt.’
M: ‘Yess! Toch mooi.’
D: ‘Pardon, peuken mooi?’
M: ‘Nee, dat we in deze onzekere tijden tenminste van één ding kunnen uitgaan. Die keurige man met z’n mooie pet.’
D: ‘En jas.’
[schrikt]
D: ‘Hè? Wat doet-ie nou?’
M [schrikt ook en pakt haar smartphone]: ‘Ik bel de politie!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 3 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown II: Sanitizer

Het jaar in lockdown II: Sanitizer

[Vrouw 1 met mondkapje pint bij de geldmaat in de supermarkt. Achter haar staat een man met mondkapje en een grote spuitfles hand sanitizer in de hand]
Man: ‘Zou je je handen niet ff schoonmaken, schat?’
Vrouw 1 [reageert overvallen door de haar onbekende man]: ‘Eh…?’
Man: ‘Da’s een enorme besmettingshaard, hoor, zo’n toetsenbord. Of ben jij soms Willem Engel? Nee toch, hoop ik?’
Vrouw 1: ‘Nee, nee! [aarzelt] Doe dan maar.’
[Man spuit sanitizer op de handen van vrouw 1. Vrouw 2 komt vanaf de kassa aangelopen, geen mondkapje]
Vrouw 2: ‘Hé hallo, ik wist niet dat jullie elkaar kennen?’
Man: ‘Doen we ook niet. Ik doe alleen mijn burgerplicht.’
[Man houdt de spuitfles omhoog als bewijs]
Man [tegen vrouw 2]: ‘Maar wat leuk dat ik je zie! Nu krijg ik toch zo’n natuurlijke neiging om je eens flink te gaan knuffelen. Maar ja…’
Vrouw 2 [strijdlustig]: ‘Nou, ik knuffel gewoon, hoor. Kom hier!’
[Man staat in tweestrijd]
Vrouw 2 [lacht uitdagend]: ‘Nou? Of geloof jij soms in die corona?’
[Man kijkt van de hand sanitizer in zijn hand naar vrouw 2 en dan schuldbewust naar vrouw 1]
Vrouw 1: ‘Trek je van mij niks aan… Willem, was het toch?’
[Vrouw 1 maakt zich uit de voeten als vrouw 2 de gegeneerde man begint te knuffelen]
Vrouw 2 [niet-begrijpend]: ‘Willem?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 2 in de reeks Het jaar in lockdown.

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Hear Say XXIII: Terug in lockdown

Buurman 1 [nadenkend]: ‘Opvallend.’
Buurman 2: ‘Ja?’
1: ‘Ja.’
2: ‘Ga je nog vertellen wat?’
1: ‘De eerste keer stond iedereen te juichen.’
2: ‘Heel opvallend, ja.’
1: ‘Nee, wacht. Ook vlak erna nog zeiden de meesten: “Van mij mag de boel zo weer op slot.”’
2: ‘O dat? Ja, herinner ik me.’
1: ‘En nu het weer zover is, hoor ik alleen maar gemor en gescheld op Rutte & co. En vliegen de complottheorieën je om de oren.’
2: ‘Yep.’
1: ‘Van exact dezelfde types, hè?’
2: ‘Voortschrijdende inzichten?’
1: ‘Netflix.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Het komt door Netflix.’
2 [getriggerd]: ‘Dus Netflix zit hierachter?’
1: ‘De eerste keer ging iedereen thuis eindeloos series bingen.’
2: ‘Klopt. Ik heb toen alle seizoenen van Grace and Frankie achter elkaar gekeken.’
1: ‘De Romeinen zeiden het al.’
2: ‘Brood en spelen?’
1: ‘Maar nu is er he-le-maal niks meer op Netflix, omdat iedereen alles al heeft gezien en er nauwelijks meer iets nieuws wordt gemaakt. Clichébom Emily in Paris was zo’n beetje de laatste drop-’
2 [schrikt]: ‘Ajeto, dat wordt een volksopstand!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

(Op de foto: Streetart van streetartist Frankey)

Dit is deel 23, voorlopig het laatste deel in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel. Vanwege de nieuwe lockdown begint hierna een nieuwe serie Het jaar in lockdown.

Hear Say XXII: In de sportschool

Hear Say XXII: In de sportschool

Man 1 [tuurt in de deuropening naar de stromende regen]: ‘Het zou mij niet verbazen.’
Man 2: ‘Mij ook niet.’
1: ‘Dan krijg jij dus je zin.’
2: ‘Ik?’
1: ‘Jij had toch zo genoten van de eerste lockdown?’
2: ‘Genoten… Beetje rare woordkeuze, hè?’
1: ‘Je had na afloop lockdownheimwee, als ik me niet vergis.’
2: ‘Bijna iedereen die ik ken zag het als een welkome tijd van bezinning. Jij toch ook?’
1: ‘Ja, het vogeltjesgekwetter en de vliegtuigloze hemel.’
2: ‘Even geen FOMO.’
1: ‘En niet elke dag in die file.’
2: ‘De straatbingo vanaf het balkon.’
1: ‘En, oké, het applaus voor de zorg.’
2: ‘Nou dan.’
1: ‘Maar been there, weet je? Done that. Klaar mee.’
2: ‘Wie niet?’
1: ‘En nu met die donkere dagen voor de deur: moet er niet aan denken. No way.’
2: ‘Tja, wat doe je eraan?’
1 [haalt z’n schouders op en checkt z’n telefoon]: ‘Shit, de hele rest van de week blijft het hozen.’
[stopt de telefoon weg]: ‘Het is zo héél even droog, dan ren ik naar huis en trek het dekbed over m’n hoofd totdat die regen voorbij is!’
2: ‘En jij was tegen een nieuwe lockdown?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 22 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XXI: In de supermarkt

Hear Say XXI: In de supermarkt

Vrouw [telefoneert en scant intussen boodschappen bij de zelfscanner]: ‘Dus ik denk dat we toch onze social media-strategie moeten tweaken.’
[luistert]
Vrouw: ‘Maar de traffic blijft achter bij-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mag ik even een boncheck doen?’
Vrouw [in de telefoon, intussen met haar betaalpas zwaaiend]: ‘En de SMA laat duidelijk zien dat-’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw, mag ik even een check doen?’
Vrouw [verstoord]: ‘Wat?’
Supermarktmedewerkster: ‘Een boncheck.’
Vrouw: ‘Oké.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Het lijkt me goed om de brand advocates opnieuw-’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft niet alle boodschappen gescand.’
Vrouw [blijft spreken in de telefoon]: ‘De message is ook te blurry.’
Supermarktmedewerkster: ‘Mevrouw.’
Vrouw [verstoord]: ‘Hè?’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Ja, ik sta in de supermarkt. Weinig relaxt.’
Supermarktmedewerkster: ‘U heeft bijna de helft van uw boodschappen niet gescand.’
Vrouw: ‘Hoe kan dat nou?’
Supermarktmedewerkster [scant de niet-gescande boodschappen]: ‘Ziet u? Dit staat allemaal niet op de afrekening.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Een storing hier. Ik weet ook niet.’
Supermarktmedewerkster: ‘De groentes moet u daar afwegen, de bon printen en dan scannen.’
Vrouw [nog steeds de telefoon aan haar oor]: ‘O, sorry dan.’
Supermarktmedewerkster: ‘En de broodjes moet u apart invoeren.’
Vrouw [in de telefoon]: ‘Wacht even. Bijna buiten.’
Vrouw [tegen de supermarktmedewerkster]: ‘Nu alles goed?’
Supermarktmedewerkster: ‘Ja, u kunt nu afrekenen.’
Vrouw: ‘Great.’
Supermarktmedewerkster: ‘Maar als ik u een tip mag geven…’
Vrouw: ‘Ja?’
Supermarktmedewerkster: ‘Misschien de volgende keer niet twee dingen tegelijk doen. Dat kan niet iedereen.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 21 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Hear Say XX: Dag buurvrouw…

Ik: ‘Dag buurvrouw. Lang niet gezien!’
Buurvrouw [sluit de deur van de Uber waar ze net uit is gestapt]: ‘Ik ben er niet.’
Ik [geamuseerd]: ‘Oké… Hoe gaat het?’
Buurvrouw: ‘Ik kan niet praten.’
Ik [bezorgd]: ‘Wat is er dan? Heb je pijn?’
Buurvrouw: ‘Nee, ik wil niet praten. Ik woon hier niet meer.’
Ik: ‘Hè? Sinds wanneer?’
Buurvrouw: ‘Ik woon nu in een andere buurt.’
Ik: ‘Niet in dat nieuwe appartement dat je was aangeboden?’
Buurvrouw [schuifelt met haar stok moeizaam van me vandaan]: ‘Nee, zeg. Belachelijk.’
Ik: ‘Dat was toch een mooie plek? En in je eigen buurtje.’
Buurvrouw: ‘Voor een jaar, ja. Ik ben toch niet gek? Dan moet ik twee keer in een jaar verhuizen.’
Ik: ‘Ja, da’s zwaar.’
Buurvrouw [draait zich om]: ‘Maar ik zeg niks meer. Ik ben je buurvrouw niet meer. Weg is weg.’
Ik: ‘Kom nou toch…’
Buurvrouw: ‘Nee, ik ben helemaal van de kaart. Ik ga dood.’
Ik [geschrokken]: ‘Wat zeg je nu?’
Buurvrouw schuifelt verder.
Ik: ‘Loop nou niet weg. Wat heb je dan?’
Buurvrouw [roepend terwijl ze blijft doorlopen]: ‘Ik ben tachtig!’
Ik: ‘Ja, maar-’
Buurvrouw: ‘En het straatfeest, daar zie je me ook niet meer.’
Buurvrouw verdwijnt om de hoek.
Ik [fluisterend en verbouwereerd een hand opstekend]: ‘Dag buurvrouw…’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is waarschijnlijk de laatste column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere vind je hierhierhier en hier.

Tegelijk is dit deel 20 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XIX: Had ik nog maar

Hear Say XIX: Had ik nog maar

Man: ‘Ik ben er zo door overvallen. Had ik nog maar-’
Vrouw: ‘Wacht even, overvallen? Dit kon je toch mijlen van tevoren zien aankomen?’
M: ‘Hoe dan? Een week geleden zei Rutte nog-’
V: ‘Een week geleden waren de cijfers al extreem alarmerend. Iedereen kon toen al één plus één optellen.’
M: ‘Behalve Rutte dan.’
V: ‘En jij, kennelijk.’
M: ‘En nu zitten we ineens weer zo goed als in lockdown. Had ik nou nog maar-’
V: ‘Hoezo lockdown? Je kunt gewoon naar buiten, sporten, boodschappen doen, filmpje pakken, uit eten, naar de kroeg.’
M: ‘Ja, met een avondklok. Had ik nou nog-’
V: ‘Dit vind ik echt zo egocentrisch. Denk eens aan al die oudjes in die verzorgingstehuizen.’
M: ‘Dat hadden die studenten beter kunnen doen.’
V: ‘Alsof jij nooit een “Grapperhausje” hebt gedaan.’
M: ‘Ik??’
V: ‘Echt wel.’
M: ‘Hàd ik nog maar een keer-’
V: ‘Typisch Nederland: de zeventien miljoen virologen in dit landje wijzen allemaal met een beschuldigende vinger naar elkaar en zijn van zichzelf geen kwaad bewust.’
M: ‘Maar ik wou alleen maar-’
V: ‘Ja, wat? Nog een keer doorzakken tot laat in de kroeg? Met z’n twintigen in een sloepje over de grachten scheuren? Een etentje geven voor dertig man? Wat?’
M: ‘Met de trein naar m’n oma in het verpleeghuis. Wie weet wanneer dat weer mag en kan.’
V: ‘…’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Deel 19 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XVIII: (Niet) op school

Hear Say XVIII: (Niet) op school

Moeder: ‘Komt Anna je niet ophalen?’
Dochter: ‘Nee, die moet thuisblijven.’
M: ‘Heeft ze-?’
D: ‘De moeder van haar vriendje heeft corona. En die heeft zij al een week niet meer gezien, maar haar vriendje nog wel. En dus moet ze thuisblijven tot hij getest is en ze meer weten.’
M: ‘O nee.’
D: ‘Haar vriendje kan pas over drie dagen worden getest en dan krijgt hij twee dagen later de uitslag. En als die negatief is, mag Anna ook weer naar school.’
M: ‘En als die positief is?’
D: ‘Dan moet zij ook een test en moet ik binnenblijven tot zij, enzovoort…’
M: ‘Toch alleen bij symptomen?’
D: ‘Scholieren hebben toch nauwelijks symptomen? Anyway, zij moet dan in ieder geval thuisblijven. En ik ook. Geloof ik.’
M: ‘Hm. Stel dat jij toch wordt getest, dan moeten wij ook weer binnen blijven tot jouw uitslag bekend is.’
D: ‘Logisch.’
M: ‘Het lijkt wel een estafette.’
D: ‘Tja.’
M: ‘En zolang jouw uitslag er nog niet is moeten wij hier een touw door het huis spannen, ofzo?’
D: ‘Zoiets, ja.’
M: ‘De wereld is wel heel ingewikkeld geworden.’
D [pakt haar schooltas]: ‘Ik ga. O ja, Eva gaat ook niet naar school, want die heeft contact gehad met iemand die is getest, maar dat niet tegen haar heeft verteld. En dus moet zij nu ook tien dagen binnen blijven.’
M: ‘Is er überhaupt nog wel iemand op school?’
D: ‘Dunno. Ik ben trouwens eerder thuis want het laatste lesuur valt uit. Leraar ziek.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Deel 18 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XVII: Op de laatste mooie avond

Hear Say XVII: Op de laatste mooie avond

Man 1: ‘Voorlopig wel de laatste mooie avond, hè?’
Man 2: ‘Volgens de app, ja.’
1: ‘Hierna minstens twee weken regen. Dus we moeten er nu van genieten.’
2: ‘Jij bent de zoveelste vandaag die zich door de weerapp laat opjagen.’
1: ‘Twee freakin’ weken regen, hè? Het wordt herfst!’
2: ‘Ja, ik heb de app ook.’
1: ´Case closed. We gaan bieren.’
2: ‘Het is fucking indoctrinatie.’
1: ‘Juist superhandig, man.’
2: ‘Die app kan ons van alles wijsmaken en wij volgen hem blindelings.’
1: ‘Wat doe je moeilijk? Ik wil gewoon nog even genieten van het mooie weer.’
2: ‘Om je vervolgens twee weken binnen op te sluiten, omdat de app het zegt. Geen regering die dat voor elkaar krijgt.’
1: ‘Nooit meer nat regenen. Hoe handig wil je het hebben?’
2: ‘Dit is dus precies wat de overheid wil. Iedereen twee weken binnen. Wat met alle persconferenties, betalingen aan Famke en het roepen van “bek houden” niet is gelukt-’
1: ‘Een laatste biertje op het terras, that’s all…’
2: ‘Snap je het dan niet? Het is een complot van de regering. Die heeft de weerapp geprogrammeerd om ons binnen te houden! Want niemand luistert meer naar Rutte, maar iedereen doet wel altijd precies wat de weerapp zegt.’
1 [ongelovig]: ‘Wat?!’
2: ‘Zegt-ie dat de bui over vijf minuten ophoudt, komt heel Nederland vijf minuten te laat op z’n afspraak.’
1: ‘Jij incluis.’
2: ‘Ja. Tot nu. Want vanavond blijf ik binnen en de komende twee weken ga ik op het terras zitten in die zogenaamde regen van de regering. Ik doe niet meer mee met deze overheidssamenzwering.’
1: ‘Dus geen biertje dan?’

#ikdoewelmee

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Deel 17 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say XVI: En met jou dan?

Hear Say XVI: En met jou dan?

Vrouw 1 [komt aangefietst en stopt abrupt]: ‘Oh My God, ik dacht al dat jij het was!’
Vrouw 2 [enthousiast]: ‘Neeeee, da’s lang geleden!’
1: ‘Hoe is het?’
2: ‘En met jou dan?’
1: ‘Ik zag die schoenen en ik dacht: dat kan alleen jij zijn.’
2 [kijkt verbaasd naar haar schoenen]: ‘Deze?’
1 [lacht]: ‘Ja. Die.’
2: ‘Hoe vind je ze?’
1: ‘Typisch jij. Daarom herkende ik je ook meteen. Nieuw?’
2: ‘Tientje. Op ebay.’
1: ‘Geen geld. Maar hoe is het?’
2: ‘En met jou dan?’
1: ‘Jij had altijd al een neus voor goeie vondsten.’
2: ‘Dank je. Tien euro!’
1: ‘Ja, dat zei je. Maar hoe gaat-ie?’
2 [aarzelt]: ‘Met jou?’
1 [aarzelt ook]: ‘Kut.’
2: ‘Same here.’
1: ‘Sinds dit hele gedoe niks geen werk meer. Nada.’
2: ‘Hier zelfde verhaal.’
[stilte]
1: ‘Maar mooie schoenen.’
2: ‘Ja, hè? Tien- O, zei ik al…’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Deel 16 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.