We moeten hier weg XVIII: Proefsleuven

Terwijl ik dit tik trilt de kade zo, dat ik het zelfs hier op het water voel.
Mannen met bouwhelmen en oranje hesjes zijn deze hele week over de breedte van de kade zogenaamde proefsleuven aan het graven. Elke dag van de week één sleuf, die aan het einde van de werkdag weer wordt dichtgegooid.
Het voelt een beetje alsof ik in zo’n trillende massagestoel zit. Die staan wel op vliegvelden om nerveuze dan wel opgefokte luchtreizigers te kalmeren.
Een gratis massage, dus eigenlijk. Ware het niet dat het voorbereidende tegeltillen al begon om zeven uur vanmorgen. En dat ook deze klus tot het steeds verder in tempo opgevoerde voorspel behoort van de ware kadevernieuwing.
En daarmee van onze tijdelijke verplaatsing later dit jaar.
Bovendien is twaalf uur in zo’n trilstoel dan wel weer erg veel van het goede. Dat neigt toch eerder naar turbulentie.
Wat de mannen met hun graafmachine precies zoeken?
Volgens een begeleidend schrijven van de gemeente controleren ze of de kabels en leidingen die op tekening staan, ook daadwerkelijk in de straat liggen.
En zo ja, waar exact.
Liggen ze in de straks benodigde werkruimte, tot zo’n drie meter vanaf de kant, dan moeten ze eerst worden verlegd.
Nee, ik zeg niks.
Ik kan me namelijk zo voorstellen dat de gemeente op dit puntje door schade en schande wijs is geworden. Dat het niet de eerste keer zou zijn als ergens tijdens herstelwerkzaamheden ineens onverwachte kabels op onverwachte plekken oppoppen. Of erger nog: leidingen.
Met alle turbulente gevolgen van dien.
Om dat te herstellen is meer dan een trilstoel nodig.
Dus laat aannemerscombinatie ‘Kademakkers’ deze week maar schuiven.
Stoelriemen vast.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2022
(Aan de afgebeelde personen is toestemming gevraagd voor deze foto)
Dit is column 18 in de serie We moeten hier weg.

Niet alleen de Amsterdamse huizen, ook de ruim 600 kilometer aan kades die door de stad cirkelen en haar definiëren, is gebouwd op palen. Zo’n 200 kilometer daarvan staat op instorten en moet de komende eeuw vanaf de waterkant volledig worden vernieuwd. Met als gevolg een ware volksverhuizing van de eraan aangemeerde waterwoningen.
Eén daarvan is mijn woonark waarop ik al ruim twintig jaar woon met mijn gezin. De meeste van mijn drijvende buren liggen zelfs al ruim dertig jaar aan ‘onze’ kade. Waar we voor de duur van twee jaar heen gaan, hoe dat zal gaan, en wat er met mijn moesvlot gaat gebeuren waarop jaarlijks minimaal twee eendennesten huizen, weten we nog niet.
Een ingrijpende kadevernieuwing die geen Amsterdammer zal ontgaan. Al was het maar omdat er vanwege de werkzaamheden omgefietst zal moeten worden