Voor de eerste Zoom-sessie met de gemeente installeren we ons samen met de linker buurman aan onze tafel. Geen designy exemplaar, maar een afgeleefd ding vol sporen van ons dagelijkse woonbootleven.
De tafel die sinds Covid zoveel méér is dan eettafel alleen. Die stilletjesaan onze wereld is geworden, het centrum van onze lockdownactiviteiten. Waaraan we boodschappen doen, naar de bios of uit eten gaan, musea en concerten bezoeken. En dat terwijl ons woon-werkverkeer zich beperkt tot het forenzen van de ene tafelhoek naar de andere.
Aan die tafel worden nu ook de eerste stappen gezet voor de Grote Waterverplaatsing. Na een voorstelrondje (“Mijn naam is Marjan en ik ben woonbootbewoner”) pakt gemeenteambtenaar 1 uit met een slideshow over het hoe, wat en waarom van de aankomende kadevernieuwing.
Bijna als een voetnoot verschijnt een getekende impressie van de huidige kadesituatie.
Nu weten zelfs buitenlandse media dat Amsterdam die grote stad is gebouwd op palen – zoals ze gretig citeren uit het oude kinderliedje. Maar ben ik de enige die dacht dat daarmee uitsluitend de huizen en gebouwen werden bedoeld?
Werd ik op het verkeerde been gezet door de heimachines die in mijn jeugd met alle geweld houten palen de grond in ramden voor weer een nieuw woonblok?
De complete stad, inclusief de 600 kilometer aan kades, blijkt door zulke palen te worden gedragen. Of liever, door een immense houten tafel.
Met weliswaar duizenden poten. Maar toch, een tafel.
En die tafel is flink afgeragd van al het leven dat er bovenop krioelt. Hij is aan het wiebelen. En daar helpt geen bierviltje meer tegen.
Je ziet het tijdens koffieloopjes door de stad: vuistdikke scheuren in de kadewanden, muren die naar buiten hellen, bomen die zich tussen de bakstenen door wrikken om zich als een prediker met gespreide armen op te richten naar de hemel.
Maar dat blijkt dus het topje van de ijsberg.
Er volgen meer dia’s. Over hoe beton het hout gaat vervangen, bijvoorbeeld.
Maar voor mijn ogen zweeft dat ene beeld van de tafel die onze stad draagt. Waarop ons dagelijks leven, onze wereld zich afspeelt.
Tekst: © Marjan Ippel, 2021 | Beeld: Gemeente Amsterdam
Dit is column 4 in de serie We moeten hier weg.
Niet alleen de Amsterdamse huizen, ook de ruim 600 kilometer aan kades die door de stad cirkelen en haar definiëren, is gebouwd op palen. Zo’n 200 kilometer daarvan staat op instorten en moet de komende zes jaar vanaf de waterkant volledig worden vernieuwd. Met als gevolg een ware volksverhuizing van de eraan aangemeerde waterwoningen.
Eén daarvan is mijn woonark waarop ik al twintig jaar woon met mijn gezin. De meeste van mijn drijvende buren liggen zelfs al ruim dertig jaar aan ‘onze’ kade. Waar we voor de duur van twee jaar heen gaan, hoe dat zal gaan, en wat er met mijn moesvlot gaat gebeuren waarop jaarlijks minimaal twee eendennesten huizen, weten we nog niet.
Een ingrijpende kadevernieuwing die geen Amsterdammer zal ontgaan. Al was het maar omdat er vanwege de werkzaamheden omgefietst zal moeten worden.