We moeten hier weg XVI: En de brievenbus?

Nu de verplaatsing naderbij sluipt, moet er van alles worden geregeld. Zo moet er op de tijdelijke plek gas, elektra, internet en riolering worden aangelegd. Moeten er toegangspaden, eventuele steigers en aanmeerpalen worden geplaatst.
En vervalt tijdelijk ons huisnummer.
Huisnummers en woonboten gaan niet lekker samen. Ooit hadden woonboten sowieso geen eigen huisnummer. Het waren immers geen huizen, maar ‘tijdelijke’ mobiele verblijfplaatsen. En dus bestond een woonbootadres uit het huisnummer van het tegenovergelegen pand plus de toevoeging ‘A.B.’ (van ‘aan boord’) of ‘t.o.’ (van ‘tegenover’).
Dat ging redelijk goed. Totdat alles werd geautomatiseerd en op digitale adresformulieren geen plaats was voor dergelijke specifieke toevoegingen. Met als gevolg dat veel post niet meer aankwam. Vooral pakketten. En ook servicemonteurs konden je adres nog zelden lokaliseren.
Na een zware lobby kregen de Amsterdamse woonboten precies achttien jaar geleden een eigen huisnummer. Hoera! Post zou voortaan altijd aankomen en dienstverleners zouden linea recta naar het juiste adres zoeven.
Helaas.
Tot op de dag van vandaag ontbreken op veel navigatiesystemen nog altijd de woonbootnummers, of beseffen leveranciers simpelweg niet dat er ook mensen op het water wonen. Met als gevolg dat post(pakketten) nog slechter worden bezorgd dan voorheen. Dat maaltijdbezorgers ons adres nooit weten te vinden. En dat er altijd de angst heerst dat eventuele spoedhulp te laat zal arriveren.
Vandaar dat ik al vrij snel weer de toevoeging ‘t.o. nummer zoveel’ uit de kast heb gehaald.
Voor de zekerheid.
En dan krijgen we nu tijdelijk weer een kaal ‘t.o.-nummer’, dus zónder eigen huisnummer, en dreigen de nieuwjaarswensen van tante Truus opnieuw in het water te vallen.
Maar dat niet alleen. Veel van mijn drijvende buren zijn net als ik ZZP-er met een eigen zaak aan ‘huis’. Ook die bedrijfjes moeten voor zo’n twee jaar officieel verkassen.
Het alternatief van de gemeente? Een brievenbus aan het bouwhek ter hoogte van ons huidige adres.
Zouden we daar dan ook een bouwhelm en veiligheidsschoenen bij krijgen?

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2022
Dit is column 16 in de serie We moeten hier weg.

Niet alleen de Amsterdamse huizen, ook de ruim 600 kilometer aan kades die door de stad cirkelen en haar definiëren, is gebouwd op palen. Zo’n 200 kilometer daarvan staat op instorten en moet de komende eeuw vanaf de waterkant volledig worden vernieuwd. Met als gevolg een ware volksverhuizing van de eraan aangemeerde waterwoningen.
Eén daarvan is mijn woonark waarop ik al twintig jaar woon met mijn gezin. De meeste van mijn drijvende buren liggen zelfs al ruim dertig jaar aan ‘onze’ kade. Waar we voor de duur van twee jaar heen gaan, hoe dat zal gaan, en wat er met mijn moesvlot gaat gebeuren waarop jaarlijks minimaal twee eendennesten huizen, weten we nog niet.
Een ingrijpende kadevernieuwing die geen Amsterdammer zal ontgaan. Al was het maar omdat er vanwege de werkzaamheden omgefietst zal moeten worden.