Leven in lockdown XXVIII: Onkruidrebellen

We spreken af bij de fontein van het Americain, mijn wandelvriendin* en ik.
“Heb je het stoepkrijt?” vraag ik.
Ze haalt de stompjes uit haar tas: “Rood, wit en blauw.”
We duiken West in omdat ik iets in The Guardian heb gelezen dat me aantrok. Misschien omdat ik ooit ‘Wilde Markten’ organiseerde, misschien ook omdat schoolkrijt hét straatsymbool van deze lockdown is geworden?
Urban of Rebel Botanists heet de beweging, overgewaaid uit Frankrijk. Onkruidrebellen die de straat opgaan om vergeten bloemen en (on)kruiden in krijtletters te taggen met de juiste naam. Botanisch stoepkrijten, opdat dergelijke stoepplantjes niet langer vergeten zijn. En om te tonen hoe de natuur ook tussen de trottoir- en straattegels van de stad leeft.
De wilde stad. En misschien ligt het aan de omstandigheden, maar de Amsterdamse natuur lijkt wilder dan ooit.
Mijn vriendin houdt stil en wijst: “Ha, daar hebben we een… Hoe heet dat ook alweer?”
“Een eh… dinges. Je weet wel.”
“Hadden we maar een app.”
“We moeten er gewoon nog even inkomen. Kijk daar, een boterbloem!”
Ze begint in prachtige schoolbordletters op de stoep te schrijven.
“Schooljuf, hè?”
Zo struinen we met onze krijtjes de voetpaden af, op zoek naar wilde flora die we herkennen. Dat valt nog niet mee.
Misschien moeten we eerst een online onkruidcursus gaan volgen.**

* Tijdens het wandelen is de anderhalve meter afstand in acht genomen.
** Vind ik opeens deze website: Stoepplantjes.


Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020