Leven in lockdown XXVII: De Rosse buurt

Vandaag doe ik mijn avondronde door de rosse buurt, hiertoe aangespoord door mijn buren. Toen ik vertelde door het nu doodstille Venetië te willen dwalen, verzekerden zij mij dat ik zover helemaal niet hoefde te gaan.
Dit is een stuk Amsterdam dat ik normaalgesproken mijd als de pest, om alle welbekende redenen. Alleen voor een bezoek aan ‘de Chinees’ maak ik een uitzondering.
Mijn zoon zat ooit hier vlakbij op de basisschool en zijn vriendje woonde op één van de Wallen. Ik zal nooit vergeten hoe dat zesjarige opdondertje geroutineerd een bedwelmde drugstoerist voor zijn huisdeur weg schold.
Maar nu is de wijk voor het eerst sinds decennia weer tot zichzelf gekomen. Een serene rust heerst langs en op het water bij wat in de hoogtijdagen de ‘Pillenbrug’ werd gedoopt. Daar waar een paar weken geleden nog de lichaamssappen van toeristen tegen de gevelstenen klotsten, staan nu de rieten terrasstoelen hoog opgestapeld en zijn de originele houten luiken van de sekspanden en coffeeshops vergrendeld.
De net als Venetië deels met de voeten in het water staande monumentale buurt lijkt een zucht van verlichting te slaken onder de huidige ‘drooglegging’.
Mijn buren hadden gelijk. Ik hoefde niet helemaal naar Venetië. Al zal ik hier niet snel een kwal een rondje door de grachten zien zwemmen.*

*Op 22 april 2020 werd in het sinds de lockdown glasheldere water van de Venetiaanse grachten een kwal gespot. Afgelopen weekend zwom met een zeilschip vanuit Frankrijk een dolfijn de Amsterdamse wateren in.


Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020