De Nederlandse les 2: Stufi

De Nederlandse les 2: Stufi

Voor de allerlaatste les van deze cursus vraag ik mijn leerlingen hun favoriete Nederlandse nummer in onze Spotify-groepslijst te zetten. Tijdens de les moeten ze hun keuze verantwoorden.
Lara kent nauwelijks Nederlandse muziek, maar heeft goede herinneringen aan het autotripje naar Frankrijk met haar Nederlandse vriend die om de vakantiepret te verhogen voortdurend Ik ga naar Frankrijk van The Amazing Stroopwafels afspeelde.
Lauren koos voor het Nederlandse songfestivallied, eveneens bij gebrek aan kennis van de Nederlandse popmuziek. Het nummer dat Joaquim in de lijst heeft gezet, ken ik niet. De titel doet me verbaasd glimlachen: hoe komt hij hierop?
Tijdens de les bewaar ik Joaquims bijdrage voor het laatst. Een ruig punknummer doorspekt met voor dit taalniveau behoorlijk ongebruikelijk idioom.
Het blijkt dat de Portugees Ik betaal me Stufi niet terug van Hang Youth en Gotu Jim via zijn Nederlandse vriendin kent. Zij behoort tot de lichting studenten die slachtoffer zijn van de onrechtvaardige studiefinancieringsregeling die nu afgeschaft gaat worden.

Wij zijn van de meest genakte generatie
Ik zit met veertig ruggen schuld
Nu kan ik een diplomaatje laten zien
Maar wil ik een huis dan ben ik de lul
Ik betaal me stufi mooi niet terug


Joaquim legt de anderen uit wat “stufi” betekent en hoeveel euro een “rug” is. En ik benadruk de veelzijdige toepasbaarheid van de uitdrukking “mooi niet”.
De vrouwen vinden de muziek te ruig voor hun smaak, maar de tekst kunnen ze onderschrijven. In de VS, waar zowel Lara als Lauren hebben gestudeerd, zitten studenten immers opgescheept met vaak een nog veel hogere studieschuld dan bij ons.
Later diezelfde avond drinken we met z’n allen nog iets in de kroeg.
Joaquim vraagt Lara of ze echt nooit meer in de VS wil wonen, zoals ze eerder beweerde.
Ze knikt. ‘Ik kán niet. Want ik betaal me stufi mooi niet terug!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2022

Sinds een tijdje geef ik les in NT2 (Nederlands als tweede taal). Voornamelijk aan jonge buitenlanders die voor of met de liefde naar Amsterdam zijn gekomen en Nederland nu als hun thuisland zien. Ook doceer ik Nederlands als vrijwilliger aan Oekraïense vluchtelingen.
De namen in deze columns zijn om privacyredenen gefingeerd.

De Nederlandse les 1: De scheidbare bruiloft

De Nederlandse les 1: De scheidbare bruiloft

Ze heeft zich net verloofd, Luisa. Zij en haar Nederlandse aanstaande gaan nu hun bruiloft plannen.
Of, wie weet, twee bruiloften: een in Colombia en een hier.
Tijdens de les vraagt Luisa wat een typisch Nederlandse bruiloft inhoudt.
Ik pijnig mijn hersenen.
‘Ik weet het niet’, antwoord ik na een tijdje naar waarheid. ‘Ik ken bijna niemand die getrouwd is. Misschien is dat typisch Nederlands?’
De Colombiaanse knikt nadenkend.
‘Een scheidbare bruiloft. Dat is heel Nederlands.’
Krystle woont sinds vijf jaar in Amsterdam en heeft het al een paar keer meegemaakt binnen haar Nederlandse schoonfamilie en vriendenkring.
Zei Krystle nu echt “scheidbare bruiloft”?
In de vorige les hebben we uitgebreid de “scheidbare werkwoorden” geoefend, ook zoiets Nederlands. Meenemen, ik neem mee; feestvieren, ik vier feest – werkwoorden en hun voorzetsel die soms aan elkaar vastzitten, soms gescheiden worden.
‘Je bedoelt…?’
‘Een bruiloft in aparte stukken,’ verduidelijkt de Amerikaanse. ‘Je wordt voor dit stuk uitgenodigd of voor dat, maar bijna nooit voor alles.’
Verdomd. Mijn nichtje gaat volgende maand trouwen en wij zijn niet welkom bij de ceremonie, wel op het feest ’s avonds.
‘Je nichtje? En jij mag niet bij haar grote moment zijn?’ Luisa is verbijsterd.
‘Ja, en soms word je uitgenodigd voor de ceremonie, niet voor het diner en ’s avonds op het feest weer wel. Dan moet je ‘s middags iets anders gaan doen.’ Krystle kijkt er bij als Obelix die zich weer eens verbaast over die rare Romeinen.
Als buitenstaander had Krystle het haarscherp gezien. Scheiden op je bruiloft: typisch Nederlands.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2022

Sinds een tijdje geef ik les in NT2 (Nederlands als tweede taal). Voornamelijk aan jonge buitenlanders die voor of met de liefde naar Amsterdam zijn gekomen en Nederland nu als hun thuisland zien. Ook doceer ik Nederlands als vrijwilliger aan Oekraïense vluchtelingen.
De namen in deze columns zijn om privacyredenen gefingeerd.