Hear Say VIII: Koekje

K: ‘Mag ik een gewone koffie?’
T: ‘En voor mij verse gemberthee. Ik heb al koffie op.’
K: ‘Hoe is het meid? Lang niet gezien.’
T: ‘Voor de lockdown, denk ik.’
K: ‘Toen we mekaar allemaal nog onbekommerd om de nek vlogen.’
T: ‘Moet er nu toch niet meer aan denken.’
K: ‘Al die kleffigheid met iedereen. Blij dat Rutte daar een einde aan heeft gemaakt.’
[De koffie en thee worden gebracht]
T: ‘Mmm, koekje!’
K: ‘En wat is dat andere?’
T: ‘Rode peper. Da’s hip.’
K: ‘O-kee… Anyway, ik vrees dat we er voorlopig nog niet van af zijn.’
T: ‘Van de kleffigheid of het virus-
[kucht en wijst gegeneerd op het koekje]
Koekje.’
K [lacht]: ‘Je moet tegenwoordig inderdaad wel een excuus klaar hebben als je in het openbaar hoest.’
T [kuchend]: ‘Zandkoekje… kruimel…’
K: ‘Weet ik toch? Maar “koekje” is wel een goeie! Moet ik onthouden.’
T: ‘Misschien moeten we een hoestsmoeslijst aanleggen-
[drinkt en kucht opnieuw]
K: ‘Ja, een echte tongtwister, hoestsmoeslijst.’
T [wijst kuchend op het theeglas]: ‘Nee, pepertje. Scherp.’
K [lacht]: ‘Ook een goeie voor de lijst.’
T: ‘Nee, echt.’ [kucht opnieuw]
K: ‘Neem nog een slok.’
T [drinkt, kuchen verergert]: ‘…’
K: ‘Gaat-ie?’
T: ‘Klop even op m’n rug.’ [kucht]
K [ongemakkelijk]: ‘Eh… Mag niet van Rutte?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Deel 8 in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.