Hear Say III: Coronakraamtijd

Hear Say III: Coronakraamtijd

‘Hoe oud is ze nu?’
‘Precies drie weken.’
‘Wel jammer van die rare coronakraamtijd.’
‘Heeft ook z’n voordelen.’
‘Zoals?’
‘Mensen blijven lekker op afstand.’
‘Moeders willen hun baby toch juist showen?’
‘Tuurlijk. Maar al dat geduik met die hoofden in de kinderwagen mis ik niet.’
‘O ja! Had ik even verdrongen.’
‘Of het brutale gegraai naar m’n zwangere buik-’
‘Zo irritant.’
‘Toch? Blij dat dat ineens voorbij was. “Mag ik even voelen?” Nee, trut. Maar zeg dat maar eens hardop.’
‘Wat is dat toch? Iemand zonder toestemming betasten is een misdrijf.’
‘Right.’
‘Maar bij zwangere vrouwen en baby’s mag alles.’
‘Mensen reageren nog beledigd ook. Total strangers, hè? Je eigen familie vraagt meestal netjes om toestemming.’
‘En terecht.’
‘Een vinger in de mond van een pasgeboren baby duwen. Hoe kom je erop?’
‘Goor!’
‘Wil jij haar anders even vasthouden?’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is de derde column in de reeks Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Hear Say I: Begrijp jij dat nou?

Hear Say I: Begrijp jij dat nou?

‘Het is toch niet te geloven dit?’
‘Bi-zar.’
‘En dan straks wél aanspraak maken op een IC-plek.’
‘Moeten ze daar ook vanaf zien.’
‘Laat ze even een codicil ondertekenen dat ze geen beademing hoeven.’
‘Ziekenhuizen zouden iedereen moeten vragen of ze wel afstand hebben gehouden-’
‘-In de ellenboog hebben geniest-’
‘-Handen hebben gewassen en bij symptomen netjes thuis zijn gebleven. Reken maar van niet.’
‘Gewoon met z’n allen bovenop elkaar aan het strand gaan liggen.’
‘Of zoals die daar: dóór je heen lopen.’
‘Begrijp jij dat nou?’
‘Als ik Rutte was…’
‘En het is echt niet alleen nu, hè? Dit is typisch gedrag voor die hele generatie.’
‘Stuk voor stuk opgevoed als prinsesjes en ridders.’
‘Altijd applaus gekregen voor elke drol die ze draaiden.’
‘Vind je het gek dat ze nu denken dat ze god zijn?’
‘En de hele wereld hun knechtje is. At your service. Wij.’
‘“Ik, ik en ik.” Of hoe ging het ook weer?’
‘Me, my selfie and I.’
‘Die eeuwige selfies, nog zoiets.’
‘En als wíj dan geen afstand houden-’
‘-Is de straat ineens te klein. Dan wel.’
‘Wacht even… Haaaaah-tsjoe!!’
‘Gezondheid.’
‘Haaaaaaaaah-tsjoe!!!’
‘Nog één keer voor morgen mooi weer.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 1 van een nieuwe reeks columns, getiteld Hear Say: zomaar ergens op straat, in de supermarkt, op het terras, in het park, het OV en/of de sportschool opgevangen conversaties. Vanzelfsprekend altijd met inachtname van de anderhalvemeterregel.

Leven unlocked XIV: Niet normaal

Leven unlocked XIV: Niet normaal

Precies vier maanden geleden op 17 maart 2020 begon ik met mijn reeks columns over leven in ‘het nieuwe normaal’ in Amsterdam, sinds premier Rutte zijn intelligente lockdown afkondigde. Ik deed dit onder de titel ‘Leven in lockdown’.
Na de versoepeling op 1 juni, de zogenaamde fase 2, startte ik een nieuwe serie: ‘Leven unlocked’.
Nu het nieuwe van het ‘nieuwe normaal’ er wel vanaf is, sluit ik ook deze reeks columns.
Niet dat corona bestreden is, integendeel. Nog gister drukte WHO-baas Ghebreyesus ons op het hart dat het oude normaal nog heel ver weg is en corona voorlopig volksvijand nummer 1 blijft.
En nog vandaag berichtten de media dat het aantal besmettingen weer stijgt.
En je hoeft maar om je heen te kijken om te zien dat weinig echt normaal is. Nieuw dan wel oud.
Want het is natuurlijk leuk om met z’n dertigen in het Rijksmuseum rond te lopen, met z’n vieren in de bioscoop te zitten en met max honderd anderen naar je favoriete popband te kijken, maar het is niet normaal.
Niet voor de makers. Niet voor de exploitanten. En niet voor lang.

Dit is de laatste aflevering in de columnserie ‘Leven unlocked’.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked XIII: Mediterranee aan het IJ

Leven unlocked XIII: Mediterranee aan het IJ

In deze crisis zijn twee grote winnaars aan te wijzen en dat zijn de plasticindustrie en het plantenrijk. Nu de horeca het vooral moet hebben van haar terrassen staat de gemeente via noodverorderingen toe de openbare parkeerruimte tijdelijk in te nemen voor haar gasten.
Maar omdat het onmogelijk is voor een gastvrouw om voortdurend aan crowd control te doen, en zij bovendien nooit de ambitie heeft gehad om politieagent te zijn of zelfs maar te spelen, roept zij ter handhaving van de anderhalvemeterregels de hulp in van kuipflora (naast meters plastic).
De plant als alternatieve doorbitch. Een goede keuze, want in tegenstelling tot plastic hebben planten een rustgevende uitwerking op de mens. En dus ook op de uitgelaten huggende terrasgast.
De afgelopen weken moeten heel wat tuincentra zijn leeggeplunderd om op elke anderhalve meter natuurlijke scheidingen te kunnen aanbrengen tussen de verschillende terrastafels en banken.
Waar ooit blik blonk, groeien nu lavendels, oleanders, vijgenbomen, palmen en olijvenbomen langs het water. Een plantenkeuze die mede lijkt ingegeven door de huidige beperkte uitreismogelijkheden. Alsof de Mediterranee tijdelijk is opgeschoven naar het noorden, nu het noorden niet naar de Mediterranee afzakt.
De Côte d’Azur ligt deze zomer aan de Amstel, de grachten en het IJ.
Mij hoor je niet klagen.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(foto is genomen bij Café De Jonge Wees)

Leven unlocked XII: Smetteloos wit

Leven unlocked XII: Smetteloos wit

Er was een lockdown voor nodig om terug te krijgen wat al tijden uit de horeca van deze stad verdwenen was: het witte tafelkleed.
De smetteloze tafelbedekking stierf een zachte dood toen tijdens de vorige crisis het laken plots ging staan voor overdreven luxe, torenhoge declaraties en ander typisch graaiersgedrag, waardoor de noodlijdende gast elk tafelbedekkend etablissement ging mijden als de pest.
Werd het onberispelijke damast, linnen of katoen weggehaald, zag de zaak er stantepede laagdrempelig en onschuldig uit. En dus werd de verdwijntruc van hoog tot laag toegepast.
Maar nu in nieuwe crisistijden is het kleed terug. Op straat.
Afgezien van de hoge attentiewaarde, ook van ver, staat het wit voor zorg (no pun intended). Voor aandacht. Voor die extra mijl. En dat is nodig in tijden dat gasten weer gelokt moeten worden naar die plaatsen waar een paar maanden geleden nog wekenlange wachttijden golden.
Nu iedereen gewend is om aan de kale eettafel thuis te werken, staat wit tafellinnen bovendien voor gastvrijheid en genieten buitenshuis. Voor (corona)vrije tijd. Net als de lijnen en kruizen overal op straat roept het: ‘Kom hier, in dit afgebakende stukje ben je veilig.’
Ging het witte damast ooit horecabreed in de ban, nu wordt het even horecabreed weer neergelegd. Op de stoeptafels van eetcafé, bistro én sterrentent.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(foto is gemaakt op het terras van Gertrude restaurant & bar)

Leven unlocked XI: Onbekommerd op een kluitje

Leven unlocked XI: Onbekommerd op een kluitje

“Wat was het heerlijk rustig, hè?” Een vriendin over de voorbije semi-lockdown.
“Ik mis het nu al (smiley met traan).” Mijn broer via Messenger.
“Ik leefde helemaal op.” Een collega-journalist.
Zelfs nu de stad ruim een maand weer ‘open’ is en het ‘normale’ leven zo goed en zo kwaad als het gaat terugkeert, kom ik niemand tegen die geen lockdownheimwee heeft.
Mijzelf niet uitgezonderd.
Het is dan ook nog steeds wennen, die nieuwe vrijheid die aan zoveel mitsen en maren gebonden is. Zo aarzel ik of ik al naar de bioscoop durf. Afgesloten ruimtes zijn tenslotte de Nieuwe No-go Areas.
Maar ik wil graag de documentaire over modeontwerper Martin Margiela zien, de man die al ruim een decennium vrijwillig in lockdown zit en zijn modellen al in 1989 een facemask liet dragen.
En dus tijg ik naar Lab 111.
Met vier andere kijkers zit ik keurig verdeeld over de zaal als de deuren dichtgaan. Toch beweegt mijn hoofd automatisch van links naar rechts, op zoek naar ventilatieapparatuur.
Maar eenmaal in de film gezogen vergeet ik alles.
Tot tegen het einde de goedbezochte opening in 2018 van een Parijs’ retrospectief over het werk van dit Antwerpse genie voorbij komt. Met een schok gaat het door me heen:
“Zullen we ooit weer zo onbekommerd met z’n allen op een kluitje staan?”

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(De foto boven nam ik met mijn iPhone van het filmdoek. De foto onder is de filmposter)

Leven unlocked X: De groetetiquette

Leven unlocked X: De groetetiquette

Ik moet bekennen dat ik het wel fijn vind zo. Niet de hele dag door dat amicale gehug en gezoen met Jan en alleman. ‘Geen handen schudden’ is de corona-regel waar ik dan ook het minste moeite mee heb.
Het scheelt bovendien heel wat ongemakkelijke situaties. Zoals het je moeten afvragen of de ander een hugger of een zoener is. En indien het laatste, hoeveel zoenen? Op z’n Antwerps één, op z’n boomers’ twee, op z’n X-ers drie, of op z’n Frans vier*?
Onzinnig vind ik de officieuze coronabegroeting waarbij de ellebogen tegen elkaar worden gehouden alsof je bij elkaar incheckt (‘Sorry, niet gelukt. Probeer het nog een keer!’). Ook moet ik de eerste twee mensen nog tegenkomen met elk een bovenarm van 75 centimeter lang, voor de broodnodige anderhalve meter afstand.
Dat je je familie, geliefde, kinderen en beste maatje ter begroeting wilt knuffelen, snap ik. Maar hoeveel van de mensen over wie jij dagelijks in een split second moet inschatten welke begroetingswijze aan de orde is, wil je ook echt lijfelijk benaderen?
Daarom bevalt mij de Japanse groet prima: de handen met de vingers omhoog plat tegen elkaar gedrukt, gevolgd door een lichte buiging. Respectvol en elegant. En geschikt voor iedere situatie, wat zorgt voor een prettige overzichtelijkheid in het groeten.
Ik houd hem erin. Ook post-corona.

*Lang niet overal in Frankrijk wordt vier keer gezoend. Parijzenaren houden het op twee en vinden vier maar provinciaals. In de Champagnestreek is vier de norm.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked IX: Huggen?

Leven unlocked IX: Huggen?

Ze zit aan een tafeltje op het populaire stoepterras. Vanwege de huidige situatie heeft de koffiezaak alle mogelijke maatregelen getroffen, geheel volgens de laatste RIVM-richtlijnen.
Een handgelapparaat waar de klant voor binnenkomst haar handen dient te reinigen. Een spatscherm tussen klant en barista, ventilatie, eenrichtingsverkeer, voetafdrukken op de vloer met anderhalve meter ertussen plus de boodschap ‘stay safe’, toevoegingen voor in de koffie op een vrijstaande tafel waar de klant zelf ongehinderd aan de slag kan, anderhalve meter ruimte tussen de terrastafels, een pot met hondenkoekjes. Hoewel ik twijfel of het RIVM over dat laatste een uitspraak heeft gedaan.
In de (voorlopig) laatste persconferentie over de maatregelen, waarin premier Rutte gisteren nog eens uitgebreid stilstond bij de dos and don’ts in dit corona-tijdperk, hoorde ik er in elk geval niets over.
Daar komt haar vriendin aangelopen. Met een gilletje staat ze op van haar stoel, de armen wijd uitgespreid.
“We gaan toch wel huggen, hè?”
“Natuurlijk, we hebben elkaar zo lang niet gezien.”
Volgt een uitgebreide knuffel.
“Sorry dat ik het eerst vroeg. Je weet het tegenwoordig niet meer: wel een hug, geen hug.”
“Precies, iedereen denkt er anders over. Het is zo lastig inschatten.”
“Rutte baalde dat hij niet kon knuffelen met Macron”, koppen de kranten van de lezende gasten aan de andere tafels*.

*Eergisteren was president Macron van Frankrijk voor het eerst sinds de corona-uitbraak op bezoek bij premier Rutte. Normaal zouden de twee elkaar een ‘bear hug’ hebben gegeven, maar gezien de corona-maatregelen hebben ze elkaar alleen op anderhalve meter afstand toegeknikt. Tijdens de persconferentie van gisteren liet Rutte weten ervan te balen dat er niet geknuffeld kon worden.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(De foto is niet gemaakt op het bewuste terras)

Leven unlocked VIII: Confetti

Leven unlocked VIII: Confetti

Na ruim drie maanden gehoorzamen, afstand houden en al dan niet noodzakelijk binnenblijven, is de stad niet meer te houden. De keien op de Wallen zijn weliswaar onverminderd het domein van de nu nog redelijk schaarse toerist. Maar het grachtenwater is 24/7 het nieuwe centrum van de post-lockdownactiviteiten. Stedelingen, randstedelingen, substedelingen, expats en nonstedelingen varen dagelijks uitgelaten de waterwegen op voor vertier.
Bij gebrek aan festivals, clubavonden, themafeesten, karaokenights, pubquizzen, colleges, studiestages, kennistoetsen en vliegtrips is het Amsterdamse water dag-in-dag-uit dé go-to om elke binnengebleven lockdowndag dubbel en dwars in te halen. Met slalommend tussen de bekende gemotoriseerde deelnemers de snel aanwassende groep suppers en kayakkers.
Ground Hog Day in Mokum.
Niet alleen het water, ook de straten zijn getransformeerd, namelijk in een openluchtsportclub met door het ritme van silent disco’s opgezweepte stilstaande fietsers, tegen in bomen bungelende boksballen beukende boksers, in parken yogaënde yogi, joggende joggers, skatende skaters en bootcampende bootcampers.
Kades zijn stadsstranden, stoepen terrassen, pleinen speeltuinen, stegen buitenkamers en thuiswerkers zijn thuisklussers met hun torens van uitgediend huisraad en klusmateriaal als doe-het-zelftrofee op de stoep.
De oorspronkelijk ellenlange rijen voor de apotheken zijn veranderd in colonnes voor horeca en karweiwinkels. En de doordeweekse werkfiles zijn vervangen door weekendpretfiles.
Zoals de op een stadsmuur wildgeplakte poster al voorspelde: ‘Na corona komt confetti’.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked VII: Wachtrijschaamte

Leven unlocked VII: Wachtrijschaamte

Ik sta voor een katsu sando*-bar te wachten tot ik mag bestellen. Langs mij lopen mensen die me van top tot teen kritisch opnemen.
Of dat echt zo is? Geen idee. Maar in mijn hoofd hoor ik ze denken: “Moet je d’r zien staan. Tssssk.”
Wachtrijen op straat waren in het verleden vooral tekenen van nood. De rij voor de sociale dienst, voor de gratis artsenpost, de immigratiedienst, gesloten grenzen, de lege supermarkten in het voormalige Oostblok. En in de voorbije kredietcrisis de rij voor de omvallende banken. Hardwerkende burgers die hun aan deze instituten toevertrouwde zuurverdiende loon nog snel wilden opnemen om eten te kopen voor hun familie.
Wie buiten in een wachtrij stond, was getekend door ellende. Bevoorrechten stonden niet in de rij (behalve toeristen).
Wachtenden schaamden zich er veelal voor dat hun misère samen met het laatste restje trots openlijk op straat lag.
In de huidige anderhalvemetercrisis kreeg de wachtrij een andere betekenis. In de rij staan is niet langer perse een teken van nood. Integendeel. Voor een luxebroodje wachten op de met krijt of plakband gemarkeerde hartjes dan wel kruisjes, is in deze coronatijd vol wereldwijde onrust en ziekte evenzeer onderdeel van het ‘nieuwe normaal’.
Bíjna aan de beurt, stap ik uit de rij. Verwonderd nagekeken door mijn medewachtenden maak ik me uit de voeten.
Wachtrijschaamte.

*Katsu sando: trendy Japanse sandwich.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked VI: De lockdownleg

Leven unlocked VI: De lockdownleg

We dachten al dat het niet meer zou gebeuren. Dat ze hier met kerst of Sint Juttemus nog zou zitten broeden tussen de lavendeltakken op ons vlot. Dat ze er één zou blijken van twaalf eieren, dertien ongelukken.
Lockdownmoeder eend was overtijd en ook al bolde ze af en toe op, er staken maar geen nieuwsgierige kopjes onder haar verenjas uit.
Tot ik, het was al donker, iets zag bewegen van onder moeders vleugels. Wat nu? Zou mama de beweeglijke kleintjes eronder weten te houden tot het morgenlicht? Ik ging slapen in de veronderstelling dat ik bij het ontwaken slechts lege schillen zou aantreffen.
Maar nee, nog de hele ochtend bleef de ganse lockdownleg superzen. Nu scheelde het dat het nogal plensde. Af en toe waagde er eentje zich een eindje van moeder vandaan, voelde nattigheid en haastte zich terug onder het levende donzen dekbed.
Met een half oog op het nest, ging ik aan het werk. En ineens lag ma al met vier kleintjes in het water. De achtergebleven vijf kropen angstig bij elkaar, luid piepend naar de onzichtbare kloek die vanaf het water bevelen kwaakte.
Met het drama van vorig jaar vers in mijn geheugen gaf ook ik volop richtingaanwijzingen.
Uiteindelijk belandden ze alle negen in het water.
Sindsdien nooit meer iets van ze vernomen.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked V: Mexit

Leven unlocked V: Mexit

Ik heb serieuze mierenoverlast op mijn vlot. Niet ongelijk aan de konijnenplaag die Australië, ook een eiland, in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in de greep hield.
Om dit probleem te tackelen besloot ik in navolging van Facebook-Mark tot een zogenaamde ‘town hall’ (voorheen ‘call’, daarvoor ‘even zitten’).
“Doe een lockdown”, werd me daarop van verschillende kanten aangeraden. Maar zo is de situatie in feite al, qua eiland. En zie de mieren dansen op het vlot.
“Mexit”, schreeuwde een woeste eilandbewoner.
“Gooi er geld tegenaan”, opperde een ander. Koper geld, welteverstaan.
Over de Australische oplossing van destijds, een virus, werd wijselijk gezwegen.
Tenslotte sprak een leerkracht. Zij adviseerde: “Grenzen stellen”. Met schoolkrijt moest ik duidelijke lijnen trekken, waar de kolonievormende sociale insecten (dixit Wikipedia) niet overheen zouden mogen. Social distancing, maar dan voor mieren. Doorbreek hun geurspoor met iets waar ze een hekel aan hebben en ze maken rechtsomkeert.
Krijt.
Nu was juist krijt overal uitverkocht vanwege de lockdowngewoonte van thuislessende schoolkinderen om er de stoep mee te verfraaien. Na dat subprobleem te hebben aangepakt, werd ik geconfronteerd met de kernvraag: hoe zet je de lijnen zo, dat de mierenkolonie zich niet verspreidt, maar daadwerkelijk het vlot verlaat?
Ik kom er niet uit.
Is er een meetkundige in de town hall?

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked IV: Plussers en minners

Leven unlocked IV: Plussers en minners

De strikte ophokplicht voor 70-plussers is versoepeld. Toch kijk ik tijdens mijn ochtendloopje over het WG-Plein op van de kring met kleurige elastieken ochtendgymmende 70+ vrouwen.
Nog meer verbazen me de twee fanatieke tafeltennissters even verderop, hun ‘bingowings’* bij elke beweging wapperend als vaantjes in de wind.
Welkom terug, denk ik.
Hoewel, terug?
Vooral in Aziatische steden bevolken samen sportende, walsende, musicerende, mahjongende, een kaartje leggende en tai chi’ende bejaarden de publieke parken en pleinen. Met name het walsen op muziek uit zelf meegebrachte boomboxes is er een schouwspel voor alle leeftijden. Niet in de laatste plaats omdat de trotse ouderen zich voor de gelegenheid soms ravissant uitdossen.
Zo niet in Amsterdam. Bejaarden zijn hier in de openbare ruimte ook in ‘normale tijden’ behoorlijk onzichtbaar. In de parken vol hormonale bootcamps en bokstrainingen. Op pleinen met spelende kinderen en hun ouders. Langs de grachten, waar jongeren met de benen over de kade bungelen, genietend van de avondzon.
Zie je hier plussers op straat, dan proberen ze in gedrag en kleding zoveel mogelijk onzichtbaar op te gaan in de massa van minners.
Seniorschaamte in een stad waar ‘jeugd’ het gospel is.
Hoog tijd dat de openbare ruimte post-lockdown wordt teruggegeven aan alle leeftijds- én bevolkingsgroepen.

*Bingowings: zogenaamde flubberarmen, oftewel zwiepende bovenarmen. Ook wel: ‘Juliaantjes’ (naar de vroegere koningin Juliana) of ‘theatergordijnen’.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Leven unlocked III: Seks, drugs & Nutella

Leven unlocked III: Seks, drugs & Nutella

“Kijk mama, iemand maakt een foto van onze woonboot!”
“Dat is een toerist. Weet je nog? Tot drie maanden geleden stonden hier de hele dag toeristen te fotograferen.”
De lucht boven Beijing was in geen jaren zo schoon geweest, hele generaties in India zagen voor het eerst in hun leven de toppen van de Himalaya. En in Amsterdam struikelden we niet meer over citytrippers die als mieren klakkeloos elkaars uit Nutella- en wietwalmen opgebouwde geurspoor volgden, met tal van gevaarlijke kapriolen op de openbare weg tot gevolg.
Er was een keerpunt bereikt. Niemand wilde immers meer terug naar de pre-coronatijd, nu we ervoeren dat het ook anders kan? Er gaan nu echt dingen veranderen. Zeiden we tegen elkaar.
Economie en industrie zullen duurzaam worden heropgebouwd, het toerisme zal een transformatie ondergaan. Post-corona lokken we uitsluitend kwaliteitstoeristen, die wél kunnen fietsen en niet denken dat ‘Amsterdam’ een ander woord is voor seks, drugs & Nutella.
Een dikke win-win. Want dit zal ook plenty duurzame werkgelegenheid opleveren. Iets met een donut* in plaats van Nutella. Zeiden de beleidsmakers.
Maar intussen staat-ie er alweer. Even plots als hij verdween. De homo touristicus. Nu nog een enkele pionier. Maar het is net als met de mieren op mijn vlot: binnen no time krioelt het ervan. Gek op Nutella én donuts.

*‘De donut’ (doughnut) is een economisch model, ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth en omarmd door het Amsterdamse gemeentebestuur als dé post-corona oplossing om de stadseconomie sociaal en ecologisch te verduurzamen.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020
(De foto is gemaakt in Milaan, toen ik daar eh… toerist was)

Leven unlocked II: Straatkantoorlingo

Leven unlocked II: Straatkantoorlingo

“Laten we het beslismoment vervroegen.”
Ik kijk verbaasd achterom. Wíj?
Druk in zijn mobiel pratend loopt de man op sportschoenen bijna dwars door mij heen. Hij zit in vergadering, concludeer ik uit het vervolg van zijn ‘call’ over de ‘core competence’ van zijn ‘taskforce’ dat ik onvrijwillig meekrijg.
Correctie: hij lóópt in vergadering. Op straat.
Sinds het corona-advies verschuift van ‘blijf thuis!’ naar ‘ga naar buiten (mits op 1,5m <->)!’ wordt buitenshuis niet alleen flink gesport, maar vullen de straten zich met een fenomeen dat nog niet eerder zo systematisch van-9-tot-5 in de buitenlucht opspeelde.
Kantoorlingo.
Vanaf het bankje aan de overkant galmt de stem van een ‘zoomende’ vrouw – laptop op schoot – over ‘benchmarken’ en ‘employablity’. Achter haar langs ‘klankbordt’ een jogger draadloos met andere thuiswerkers over ‘het gameplan’ dat ze samen nog moeten ‘finalizen’.
In de rij voor het koffietentje worden er vóór mij draadloos agenda’s ‘gesynct’ (“Nope, sorry. 1-1tje met Jackie”), terwijl achter mij per videocall een ‘klap op de deal’ wordt gegeven.
Zoals in sommige landen de veilige beslotenheid van de eigen auto tot thuisclub, thuisrestaurant en thuisbios werd, zo is in wandel- en fietsstad Amsterdam de complete openbare ruimte onofficieel uitgeroepen tot thuiskantoor.
O.kééé…
Kunnen we even zitten om te levelen hoe ik daarmee kan dealen zonder dat dit een episch issue voor mij wordt?

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020