Het jaar in lockdown XII: De oplossing

Het jaar in lockdown XII: De oplossing

Thuiswerker 1: ‘Dat je ’s morgens wakker wordt met een kriebel in je keel. En dat je dan meteen denkt: Is dit het? Ben ik nu aan de beurt?’
Thuiswerker 2: ‘Moet ik gaan testen en alles afzeggen?’
1: ‘Of nog even aanzien? Ik heb zo vaak iets in m’n keel.’
2: ‘Ik moet bij het opstaan altijd wel een paar keer niezen. Is heel normaal.’
1: ‘Dus dan lig ik in bed: Maak ik een afspraak? Zo nee, ben ik dan asociaal?’
2: ‘Je kunt ook niet elke dag naar die teststraat, alleen omdat je denkt dat je heel misschien iets hebt…’
1: ‘Hiermee begint dus al maanden mijn dag. Elke dag. Het sloopt me. Die onzekerheid.’
2: ‘I know. Het is killing.’
1: ‘Maar ik heb nu de oplossing. Ik maal ‘s ochtends koffiebonen.’
2 [geamuseerd]: ‘Die had ik nog niet gehoord qua obscure alternatieve remedies. Vertel.’
1: ‘Dat hangt dan door het hele huis.’
2: ‘Lekker. Maar?’
1: ‘Als ik het ruik, mag ik van mezelf de boel nog even aanzien.’
2 [niet-begrijpend]: ‘En eerst nog rustig koffie drinken?’
1: ‘Zo niet, moet ik een afspraak maken met de GGD.’
2 [lacht]: ‘Is knoflook voor het raam hangen niet simpeler?’
1 [geïrriteerd]: ‘Anosmia, mens!’
2 [begrijpt het nu]: ‘Ah, niks ruiken en proeven. Een van dé symptomen.’
1: ‘Hèhè.’
2: ‘Zeg dat dan meteen. Om precies die reden zit ik tegenwoordig elke ochtend volledig legitiem aan een glas wijn!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 12 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown XI: Het Nieuwe Roken

Het jaar in lockdown XI: Het Nieuwe Roken

[Klant 1 gaat de winkel in zonder mondkapje]
Groenteboer: ‘Sorry meneer, mondkapjes zijn sinds gisteren verplicht.’
Klant 1: ‘Nou ja! Geen mondkapje dragen is Het Nieuwe Roken!’
[Groenteboer maakt een verontschuldigend gebaar]
Klant 1: ‘Ik heb er geen.’
Groenteboer [wijst]: ‘Ik heb er wel een voor u. Daar bij de deur. Een hele stapel.’
Klant 1: ‘Niet nodig. Ik heb net in de zon gelopen. Een kilo agria’s, graag.’
Groenteboer [vertwijfeld]: ‘Eh…’
Klant 1 [wijst]: ‘Agria’s. Aardappels. Die daar.’
Groenteboer [aarzelend]: ‘Ik mag u niet… Als u daar even zo’n mondkapje pakt.’
Klant 1: ‘Dan ga ik wel buiten staan tot je klaar bent.’
Groenteboer: ‘Mij maakt het niks uit, hè? Maar ik kan een boete krijgen. En u ook.’
[Klant 1 steekt zijn duim op, stapt de drempel op en blijft daar staan, de deur met een arm openhoudend]
Groenteboer [ fluistert tegen collega]: ‘Wat nu? Hij moet hier binnen pinnen…’
[Collega haalt haar schouders op. Klant 1 stapt weer naar binnen]
Klant 1: ‘Riep je me? Is het al klaar?’
Groenteboer [zucht berustend]: ‘Nee, nog niet.’
[Klant 1 zet weer een stap terug en blijft staan in de deuropening. Groenteboer weegt hoofdschuddend de aardappels af. Klant 2 met mondkapje wil naar binnen, maar ziet klant 1 zonder mondkapje de deuropening blokkeren]
Klant 1 [buigt galant]: ‘U mag naar binnen, hoor.’
[Klant 2 blijft aarzelend staan]
Klant 1: ‘Geen zorgen. Ik heb net in de zon gelopen. Vitamine D, weetjewel!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 11 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown X: Ochtendflarden

Het jaar in lockdown X: Ochtendflarden

[Op mijn ochtendwandeling door het Vondelpark word ik ingehaald door twee joggende studenten]

Student 1: ‘Ik ben dus gisteravond voor het eerst niet dronken geworden.’
Student 2: ‘Hè, WTF?!’
Student 1: ‘Weird, man, weird!’

[De studenten slaan rechtsaf. Ik loop het park uit en steek de straat over. Twee bouwvakkers beklimmen de steiger voor een huis]
Bouwvakker 1: ‘Kicken, man! Niks voor jou?’
Bouwvakker 2: ‘Nou… Ik heb nu nog wel genoeg aan mijn vriendin. Ik heb nog niet het gevoel dat ik tekort kom.’
Bouwvakker 1: ‘Ik hoor je over een paar weken wel als er nog steeds een lockdown is.’

[Ik loop door en ga een supermarkt binnen. Een vrouw zonder mondkapje staat bij de kassa af te rekenen]
Vrouw [tegen de vrouwelijke kassamedewerker, een middelbare scholier met mondkapje]: ‘Zo’n mondkapje helpt niks, hoor.’
[Kassamedewerker reageert niet en scant producten]
Vrouw: ‘Het is schijnveiligheid. Zelfs gevaarlijk.’
[Kassamedewerker glimlacht ongemakkelijk en scant verder]
Vrouw: ‘Moet jij het dragen van je baas?’
Kassamedewerker: ‘Nee. Ik wil het zelf.’
Vrouw: ‘Ik geloof je niet. Je baas is in overtreding als hij jou dwingt. Ik kan hem aangeven.’
Kassamedewerker: ‘Ik word niet gedwongen. En het is een “zij”.’
Vrouw: ‘Dat zeg je maar! Kinderen horen geen mondkapjes te dragen.’
Kassamedewerker: ‘Spaart u zegels?’
Vrouw: ‘Waarom draag je het sowieso?’
Kassamedewerker: ‘Om oude mensen zoals u te beschermen. Pinnen?’

[Ik loop de supermarkt uit, richting de slagerij. Een vrouw met hoofddoek stopt voor de winkeldeur met haar dochter van een jaar of acht en een kinderwagen met baby. Dochter loopt de slagerij in. Ik ook]

Slager: ‘Hallo lieverd, alles goed?’
[Meisje knikt verlegen naar de vrouw]
Slager: ‘Zeg het maar. Wat kan ik voor je doen?’
Meisje: ‘Een kilo rundergehakt, alstublieft.’
Slager: ‘Komt eraan, schat.’
[Slager weegt het gehakt af, pakt het in en legt het op de toog]
Slager: ‘Hier, meis. Wil jij een lekker plakje kipfilet?’
Meisje [knikt enthousiast]: ‘Alstublieft.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 10 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Het jaar in lockdown IX: Gezellig!

Buurvrouw 1: ‘Hè, gezellig. Alweer veel te lang geleden. Toch?’
Buurvrouw 2: ‘Ja, en dat allemaal door zo’n stom griep-’
1 [ kordaat]: ‘Ho.’
2: ‘Huh?’
1: ‘Sorry, maar vind je het goed als we het gewoon gezellig houden?’
2: ‘No problem. Genoeg andere onderwerpen.’
1: ‘Niet dan? We hebben elkaar zo lang niet gezien. Zwaaien vanaf het balkon niet meegerekend.’
2: ‘Ja joh, toen moest dat hele verkiezingscircus met Trump nog-’
1: ‘Eeehh…’
[verontschuldigende blik]
2: ‘Geen Trump?’
1: ‘Liever niet.’
2: ‘Geen Trump. Geen probleem.’
[stilte]
2: ‘Wat doen jullie met Sinterklaas?’
1 [opgelucht]: ‘Wij hebben lootjes getrokken. Jullie?’
2: ‘Wij ook. We maken er een extra groot feest van nu ze ook al niet op school komen. Zo jammer voor die kids.’
1: ‘Ze?’
2: ‘Ja, Sinterklaas en z’n pie-’
[1 schudt haar hoofd]
2: ‘Niet?
1: ‘Ik wil niet ongezellig doen, maar voor je het weet zwááien we niet eens meer naar elkaar.’
2: ‘Helemaal gelijk. Een goede buur is goud waard.’
1: ‘Toch?’
[stilte]
2: ‘Wat een weertje, hè?’
1 [opgelucht]: ‘Niet normaal gewoon, zo lekker.’
2: ‘Maar echt. Eind november! En dan zijn er nog altijd mensen die ontkennen dat het klimaat-’
[2 kijkt schichtig naar haar buurvrouw die haar hoofd langzaam schudt]
2 [iets te vrolijk]: ‘Heerlijk. Prachtig wandelweer.’
1: ‘Ja, gezellig, een herfstwandeling! Jij nog koffie?’
2 [aarzelend]: ‘Ik heb eigenlijk liever thee. [geschrokken] Maar koffie is ook prima, hoor. Gezellig!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 9 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VIII: Dag buurvrouw (nu echt)

Het jaar in lockdown VIII: Dag buurvrouw (nu echt)

Daar staan we dan. Ik en mijn buren. Op onze kade. Háár kade. De kade waarop ze meer dan de helft van haar leven woonde. De kade die ze zag veranderen.
Expats kwamen en gingen, woonpanden werden hotels, Airbnb’ers beklommen met hun rolkoffers haar trappenhuis. En buren verkasten na het krijgen van kinderen naar Haarlem, Almere, Alphen aan den Rijn.
Zíj was een blijvertje. Ook toen ze steeds meer trekjes van een ‘aangereden slak’ kreeg (haar woorden). Toen de buitentrap naar haar woning, een-hoog, ook met stok een bijna onneembare horde werd.
Zij bleef. Samen met een handjevol andere die hards vormde ze de kern van onze kade. En kadefeesten.
Elke week kwam je haar wel tegen. Een zwaai, een praatje, soms een nukkige stilte. De laatste tijd verliep de communicatie vaker vanuit haar raam, of vanaf de voordeur. Rotcorona.
En toen moest ze toch verhuizen. Het pand moest gerenoveerd. Weliswaar onder protest, maar ze ging. Tijdelijk naar familie in Almere, tot haar nieuwe woning in een ander deel van de stad klaar zou zijn.
Laatst zag ik haar nog een straat verderop. Schuifelend achter een looprek. Het rode autootje had ze mooi pontificaal op haar vroegere invalidenplek op onze kade gestald. De eerste parkeerwacht die haar zou durven beboeten, moest nog worden geboren, lachte ze haar lach.
Of ze ooit nog zou terugverhuizen, vroeg ik.
No way.
Vorige week trok ze in haar nieuwe huis. En nu staan we hier. Haar buren. Met bloemen en kaarten.
Even verderop blokkeert een vrachtwagen de doorgang. De chauffeur bezweert elke bezorgd informerende buur op tijd klaar te zijn met uitladen.
Daar komt ze. Niet in het vertrouwde rode Suzuki’tje. Maar in een statige lange grijze Mercedes. Op de motorkap driehoekige zwarte vlaggetjes. Ze houdt stil voor haar portiek. Wij leggen de bloemen om haar heen. En zwaaien.
Dag buurvrouw!

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 8 in de reeks Het jaar in lockdown. Dit is tegelijk de zesde en allerlaatste column over mijn 80-jarige buurvrouw. De andere vind je hier, hier, hier, hier en hier.

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Het jaar in lockdown VII: Lockdownbingen

Vriendin 1: ‘Hoever ben jij?’
Vriendin 2: ‘Ik heb er nu één gezien.’
1: ‘Eentje nog maar? Knap.’
2: ‘Ik wil er zo lang mogelijk mee doen.’
1: ‘Probeerde ik ook. Maar ik ben er nu toch alweer bijna doorheen.’
2 [houdt haar handen tegen haar oren]: ‘Niks verklappen!’
1: ‘Hoezo? Je weet al hoe het afloopt.’
2: ‘Maar toch.’
1: ‘Oké.’
[maakt een gebaar alsof ze haar lippen dichtritst]
1: ‘Maar, hoe vind je het?’
2 [zwijmelt]: ‘O, Diana… Ik leef zo mee.’
1: ‘Die kleren!’
2 [nog altijd zwijmelend]: ‘Waanzinnig, hè?’
1: ‘My God, een en al strikjes en rushes. En dan die roze alpacatrui: het toonbeeld van jarentachtigwansmaak.’
2: ‘Vind je? Ik heb net die andere met dat zwarte schaap besteld. Is weer in productie.’
1: ‘Daar zit iemand nu heel flink mee te cashen. Niet ook die koalatrui, hoop ik?’
2 [gepikeerd]: ‘Toevallig hebben wel alle modeontwerpers zich voor dit winterseizoen door Diana laten inspireren: tweed, oversized, brede schouders, gigakragen, strikjes, grandma knits…’
1: ‘Niet alleen modeontwerpers. Zou Kamala nou geïnspireerd zijn geweest door de pussybow* van Diana of die van Thatcher? Wat een wijf, trouwens.’
2: ‘Michelle Obama hield ook wel van een pussybow.’
1: ‘Of hint Kamala toch naar de pussyhats van de vrouwenmarsen? Of misschien wel naar de “grab ‘m by the pussy”-bow van Melania? Anyway, communiceren via je kleding, dat heeft Diana uitgevonden.’
2: ‘Absoluut.’
1: ‘Die wraakjurk van haar als De Kroon net officieel bekend heeft gemaakt dat ze gaan scheiden.’
2 [schrikt]: ‘Wat?!’
1 [hand voor de mond]: ‘Oeps…’

Sinds 15 november 2020 staat seizoen 4 van de ultieme lockdownbingeserie The Crown op Netflix.
*Pussybow: strikblouse

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 7 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Het jaar in lockdown VI: Niet terug

Vrouw 1 staat samen met haar vriendin in de lange rij voor een koffietent: ‘En? Nu nog steeds heimwee?’
Vrouw 2: ‘Wanneer had ik heimwee dan?’
1: ‘Wanneer had jij heimwee? Serieus?’
2: ‘Ik kan me niet herinneren ooit heimwee te hebben gehad. Vroeger wilde ik juist niks anders dan het huis ontvluchten. Het was eerder andersom. Heimwee naar niet thuis zijn.’
1: ‘Van de zomer wilde je anders maar al te graag nog wat langer binnenblijven.’
2 [begrijpt de hint]: ‘O, dat!’
1: ‘Dus nu is mijn vraag: blij?’
2: ‘Laat ik het zo zeggen: “lockdownheimwee” is toch niet op mijn persoonlijke shortlist voor Het Woord van het Jaar terechtgekomen.’
1: ‘Dacht ik al.’
2: ‘Het had gewoon bij één keer moeten blijven. Dan had ik altijd een romantisch gevoel overgehouden aan die unieke tijd.’
1: ‘Uniek: ja. Romantisch: Nou nee.’
2: ‘In elk geval een goeie reminder dat je ook nooit twee keer naar hetzelfde vakantieadres moet gaan. Hoe geweldig de eerste keer ook was, de tweede keer wordt geheid een tegenvaller.’
1: ‘Of je lievelingsfilm nog een keer bekijken. Ineens vallen alle foutjes op: weg mooie herinnering.’
2: ‘Terug naar je ex. Nog zo’n absolute no-go.’
[Vrouw 1 zwijgt]
2: ‘Toch?’
[Vrouw 1 blijft gegeneerd zwijgen. Vrouw 2 kijkt haar indringend aan]
2: ‘Nee, hè?’
1 [zet haar mondkapje op]: ‘Cortado of batch brew?’
2: ‘Zeg dat het niet waar is.’
1 [gestoken]: ‘Jij hebt makkelijk praten met je ideale gezinnetje en je valse romantiek. Jij weet niet hoe eenzaam het is, zo’n lockdown.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 6 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown IV: Coronaspeak

Het jaar in lockdown IV: Coronaspeak

Vrouw 1: ‘Collins Dictionary heeft net “lockdown” uitgeroepen tot woord van het jaar 2020. Wat is het jouwe?’
Vrouw 2: ‘Héél 2020 in één woord?’
1: ‘Ja. Wat definieerde jouw jaar?’
2: ‘Coronamoeheid.’
1: ‘Nee, da’s meer een gevolg.’
2: ‘Maar niet minder waar.’
1: ‘Ter inspi: andere woorden op de shortlist waren social distancing en zelfisolatie.’
2 [zucht]: ‘Eén woord is niet genoeg om 2020 te beschrijven. Ik kies voor het totale coronapakket.’
1: ‘Nee, nou niet gaan coronacheaten.’
2: ‘Oké. Wat dacht je van coronakilo’s? Of thuiswerken? Ik heb m’n collega’s al in geen maanden meer live gezien en m’n weegschaal te vaak.’
1: ‘Maar wat is nou echt nieuw, nog nooit vertoond?’
2: ‘Anderhalvemetersamenleving, besmettingsgetal, blokjesverjaardag, coronahamsteren, coronaontkenner, coronaspuger, covidiot, hamsterschaamte, kuchscherm, onderliggend lijden, patiënt nul, quarantainebubbel, raambezoek, reproductiegetal, superspreader, thuisdode, traceerapp, voucherdwang, zoönose… Dat minuscule virusdeeltje heeft een heel nieuw woordenboek opgehoest. In drie delen.’
1: ‘Ik mis nog “mascne”, gezichtsmasker-acne. Heeft m’n dochter.’
2: ‘En dan heb je ook nog die hele Trumpocalyps daar in Amerika. Ook goed voor een paar lingootjes, mind you.’
1: ‘Breek me de bek niet open. Maar laten we even in Nederland blijven.’
2: ‘We zullen wel moeten…’
1 [lacht]: ‘Precies. Dus?’
2: ‘Maar ik ben echt serieus zoooo coronamoe. Dat is mijn jaar in één woord.’
1: ‘Oké. Ik hou het op “Irma-effect”.’
2: ‘Wie?’
1: ‘Als de regering het goed had aangepakt, was er nu een run geweest op de zorgopleidingen. Iedereen een zorgheld. Maar nee. In plaats daarvan kiezen steeds minder mensen voor dat beroep.’
2: ‘Logisch. Met een applausje betaal je de huur niet.’
1: ‘Maar dankzij de vrouw achter Rutte wil half Nederland ineens wél gebarentolk worden.’
2: ‘Alsof dát cashen is.’
1: ‘Exact. Het Irma-effect.’
2: ‘Hm, dus als Rutte nou echt hart voor de zorg had gehad, zou hij een zorgheld zijn gaan daten? Een coronaliefje hebben genomen! Zorgverkering! Een lockdownlove!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 4 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown III: Peuk

Het jaar in lockdown III: Peuk

Dochter [staat voor het raam]: ‘Mam, daar zit-ie weer!’
Moeder: ‘Wie?’
D: ‘Die man.’
M [schrikt]: ‘De potloodventer? Bel de politie!’
D [lacht]: ‘Nee, die man die de eerste lockdown altijd op het bankje zat te roken.’
M [loopt opgelucht richting raam]: ‘Die nette zwerver met z’n getailleerde jas en Peaky Blinders-pet?’
D: ‘Ja die.’
M: ‘Over wie we altijd fantaseerden hoe het nu precies met hem zat?’
D: ‘Kijk dan.’
M: ‘Ja, hoor. Zelfde jas, zelfde pet.’
D: ‘Waar zou hij de hele zomer hebben gezeten?’
M: ‘Misschien wel op een bankje aan de Rivièra. Weet jij veel. Waarschijnlijk is het helemaal geen zwerver, maar een keurige thuiswerker die niet thuis mag roken.’
D: ‘Kijken of hij z’n peuk weer netjes op de rand dooft en hem daarna in de vuilnisbak stopt.’
M: ‘Yess! Toch mooi.’
D: ‘Pardon, peuken mooi?’
M: ‘Nee, dat we in deze onzekere tijden tenminste van één ding kunnen uitgaan. Die keurige man met z’n mooie pet.’
D: ‘En jas.’
[schrikt]
D: ‘Hè? Wat doet-ie nou?’
M [schrikt ook en pakt haar smartphone]: ‘Ik bel de politie!’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 3 in de reeks Het jaar in lockdown.

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Het jaar in lockdown I: Lekker kort

Kapper: ‘Ik zou nu eigenlijk op Ibiza zitten.’
Klant: ‘Ik in Parijs.’
Kapper: ‘Wanneer zal dat weer kunnen?’
Klant: ‘Misschien wel nooit meer.’
Kapper: ‘Brrr, niet aan denken. Lekker kort?’
Klant: ‘Ja, doe maar.’
[Kapper begint te knippen. Stilte]
Kapper: ‘Er is niet zoveel meer aan, hè?’
Klant: ‘Nee, saaie boel.’
[stilte]
Klant: ‘Ik kijk nu maar naar Dix Pour Cent. Parijse serie met allemaal oude Franse filmsterren.’
Kapper: ‘Ik kijk The Innocents, iets futuristisch met magische krachten.’
Klant: ‘Niks voor mij. Heb m’n handen al vol aan het nu.’
Kapper: ‘Die magische krachten zou ik toch wel willen hebben. Bovenop iets langer?’
Klant: ‘Graag. Daar zou ik ook wel raad mee weten.’
Kapper: ‘Maar laten we het a.u.b. niet over Trump hebben. Ik hoor niks anders meer om me heen. Hoe komt je haar zo droog?’
Klant: ‘Daar zijn zelfs die magische krachten niet tegen opgewassen. Tegen Trump, bedoel ik.’
Kapper: ‘Die man laat mij tegenwoordig al twijfelen aan de democratie. Veel binnen zitten. Droogt het van uit. Kuurtje erin?’
Klant: ‘Misschien wel goed, ja. Maar je bent niet alleen, hè? Het einde van de democratie werd al in de vorige eeuw aangekondigd.’
Kapper: ‘Dan heeft het nog lang geduurd. Al met al.’
[stilte]
Kapper [masseert een crème in het haar van de klant]: ‘Zo, kun jij er straks weer tegenaan.’

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020

Dit is deel 1 in de nieuwe reeks Het jaar in lockdown.

Leven in lockdown I: Pssstt…

Leven in lockdown I: Pssstt…

Aan Ramses Shaffy’s Het is stil in Amsterdam (‘en godzijdank niemand die ik tegenkwam’), moet vast niet alleen ik denken tijdens een wandeling over de verlaten grachten op de eerste avond van de culturele quarantaine.
Toch, hoe groot het toeristenprobleem nog maar een paar weken geleden ook was, zelfs in het allerhoogste seizoen liep hier ’s avonds altijd slechts een handjevol toeristen.
Maar nu deel ik de heldere sterrenhemel boven me, de rode klinkers onder me en de neergelaten rolluiken naast me uitsluitend nog met lokale hondenuitlaters in pyjama.
Het gloednieuwe begrip “sociale afstand” wordt daarbij uiterst elegant gepraktiseerd.
Zonder de ander met een verdenking van besmettende krachten op te laden, stappen we in het enkele geval dat wij grachtenlopers elkaar passeren, in een vloeiende beweging als in een dans om elkaar heen. Er wordt zelfs gegroet. Een gewoonte die ik, dorpeling, heel snel afleerde toen ik Amsterdammer werd.
Mijmerend over saamhorigheid in crisistijden, word ik even later aangesproken op een manier die me decennia terugwerpt in de tijd. Dergelijk idioom klonk toen vooral rond poptempels en buitenlandse treinstations. En dan nog alleen als je werd ingeschat als toerist – iets wat ik me altijd persoonlijk aantrok.
Moi, toerist?
Hoorde ik het dan wel goed? Maar bij gebrek aan storende verkeersgeluiden is een vergissing uitgesloten.
‘Pssstt… marihuana?’

Op de eerste avond van de lockdown moesten ook coffeeshops plotsklaps sluiten. Dit zorgde voor ellenlange rijen van klanten die nog snel een flinke voorraad kwamen inslaan, en niet alleen voor eigen gebruik. De volgende dag werd de sluiting teruggedraaid.

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020