Leven in lockdown VII: Vanuit huis werken

Onderweg naar de buurtsuper zie ik hem in gedachten al staan in ‘zijn’ hoekje bij de ingang. Het vertrouwde rode hesje over z’n jas, De Amsterdamse straatkrant in de hand.
En altijd een stralende glimlach.
Toen ik nog niet volledig op contactloos betalen was overgestapt, stopte ik hem regelmatig een euro of twee toe. Maar afgezien van een stapeltje losse centen uit Duitsland die in ons buurland nog altijd niet zijn afgeschaft, heb ik in het hele huis nergens meer los geld.
Ik zal niet de enige cashloze klant zijn, nu contanten vrijwel volledig zijn uitgebannen. Dat moet voor hem een dubbele plaag betekenen: geen kleingeld meer krijgen en indien wel, er vervolgens weinig mee kunnen.
Ook vandaag staat hij op z’n plek, maar nu met een winkelmandje voor zijn voeten. Op de nieuwste straatkrant de mededeling dat hij niet vanuit huis kán werken. De mand is al aardig gevuld met etenswaren.
Ik vraag hem wat hij nodig heeft. Na contactloos te hebben afgerekend, leg ik bij het weggaan een pak melk in zijn mand, groet hem en loop door.
Maar, denk ik al weglopend, waar neemt hij deze spullen straks mee naartoe als vanuit huis wérken niet het enige is dat niet tot de opties behoort?

Tekst & beeld: © Marjan Ippel, 2020